Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving; Hydromodule Zonder Variabel Toerental; Hydromodule Met Variabel Toerental; Werking Van Twee Units In Master/Slavebedrijf - CIAT AQUACIAT LD Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

12 - OPTIES

12.2 - Beschrijving

12.2.1 - Hydromodule zonder variabel toerental

De belangrijkste waterzijdige componenten van de in de fabriek 
ingebouwde  hydromodule  zijn:  gaasfilter,  veerveiligheid  en 
waterpomp.
De  druk  van  de  pomp  met  een  vast  toerental  zorgt  voor  het 
nominale waterdebiet in het systeem.
Er  zijn  verschillende  typen  waterpompen  leverbaar  voor  alle 
mogelijke toepassingen:
■ Enkele of dubbele lagedrukpomp
■ Enkele of dubbele hogedrukpomp. 
Het nominale debiet van het systeem moet worden aangepast 
met  behulp  van  een  handmatige  inregelafsluiter,  levering 
installateur.
Het veiligheidsventiel, dat op de waterintrede van de pomp is 
gemonteerd, begrenst de waterdruk tot 400 kPa (4 bar).
Een (voor onderhoud) eenvoudig te verwijderen gaasfilter is aan 
de kant van de waterintrede van de pomp geplaatst en beschermt 
de pomp en de platenwarmtewisselaar tegen vaste deeltjes die 
groter zijn dan 1,2 mm.
Indien nodig zijn aanvullende opties te bestellen:
■ Optie:  bescherming  van  de  hydromodule  of  van  de 
hydromodule en de buffertank tot een buitentemperatuur van 
-20 °C.
■ Optie: expansievat voor het aircosysteem.
Het gebruik van de hydromodule in een open
systeem is verboden.

12.2.2 - Hydromodule met variabel toerental

De samenstelling van de hydromodule met variabele is
vergelijkbaar  met  die  van  de  hydromodule  zonder  variabel 
toerental.
In dit geval wordt de pomp geregeld door een frequentieregelaar 
die het nominale debiet van de pomp aanpast in overeenstemming 
m e t   d e   g e k o z e n   d e b i e t r e g e l i n g   ( c o n s t a n t   d r u k -   o f 
temperatuurverschil, vast debiet) en de bedrijfscondities van het 
systeem.
Het gebruik van de hydromodule in een open
systeem is verboden.
AQUACIAT™ LD/ILD
12.2.3 - Werking van twee units in master/slave-
bedrijf
De klant moet de 2 units verbinden via een communicatiebus 
met een 0,75 mm² getwiste, afgeschermde kabel (neem contact 
op met de serviceafdeling van de fabrikant voor de inbedrijfstelling).
Alle parameters voor de Master/Slave-werking moeten worden 
geconfigureerd via het "Service configuration"-menu.
Alle  regelingen  op  afstand  voor  de  Master/Slave-combinatie 
(starten/stoppen,  capaciteitsbeperking,  enz.)  worden  beheerd 
door de unit die is geconfigureerd als Master en moeten alleen 
op de Master-unit worden toegepast.
Units geleverd met hydromodule
Werking in Master/Slave-bedrijf is alleen mogelijk als de units 
parallel zijn gemonteerd:
■ De master/slave-combinatie wordt geregeld op de waterintrede 
(systeemretour) zonder extra opnemer (zie voorbeeld 1).
■ Het is ook mogelijk om twee extra opnemers toe te voegen 
op de gemeenschappelijke leiding (zie voorbeeld 2).
Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp.
Units geleverd zonder hydromodule
Wanneer  units  parallel  geïnstalleerd  zijn  en  als  er  een 
gezamenlijke pomp geïnstalleerd is door de installateur, dienen 
afsluiters  op  elke  unit  te  worden  geïnstalleerd.  Deze  moeten 
worden  geregeld  (openen  en  sluiten)  met  de  regeling  van  de 
betreffende  unit  (de  afsluiters  voor  elke  unit  kunnen  worden 
geregeld via de uitgangen voor de regeling van de waterpomp 
van de unit). Raadpleeg de handleiding van de regeling voor de 
aansluitingen.
De aansturing van een pomp met variabel toerental moet, in dit 
geval,  op  de  0-10  V  uitgang  van  de  Master-unit  worden 
aangesloten (alleen regeling van Delta T mogelijk).
Een installatie in serie is alleen mogelijk met een pomp met vast 
toerental (voorbeeld 3):
■ De werking van de pomp wordt geregeld door de Master-unit.
■ De master/slave-combinatie wordt geregeld op de wateruittrede 
zonder extra opnemers.
■ De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd volgens het 
schema van voorbeeld 3.
Beide units moeten elk over de optie beschikken
om de Master/Slave functie mogelijk te maken.
Als de een of twee units de optie toerengeregelde
pomp hebben, wordt aanbevolen om de regelmodus
niet in te stellen op het drukverschil. Aanbevolen
wordt om het temperatuurverschil te gebruiken,
elk met hetzelfde setpunt.
NL-44

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave