15 - CHECKLIST VOOR INSTALLATEURS BIJ HET IN BEDRIJF
STELLEN VAN DE UNIT VOOR HET CONTACT OPNEMEN MET DE
SERVICEAFDELING
Inbedrijfstelling van de unit
De magneetschakelaar van de waterpomp is correct aangesloten op de koeler
Het oliepeil is correct
Het apparaat is gecontroleerd op lekken (inclusief fittingen)
Koudemiddellekkage opsporen, repareren en rapporteren
............................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................................................................................................
Controleer spanningsonbalans: AB................ AC................ BC................
Gemiddelde spanning = ......................... (zie installatie-instructies)
Maximum afwijking = ............................. (zie installatie-instructies)
Spanningsonbalans = ............................ (zie installatie-instructies)
Spanningsonbalans is minder dan 2%
Start de koelmachine niet als de spanningsbalans groter is dan 2%. Neem contact op met uw energieleverancier
voor een oplossing.
De hoofdstroomspanning ligt binnen de opgegeven limieten
De verwarmingselementen van het compressorcarter zijn 6 uur ingeschakeld geweest
Controle watercircuit verdamper
Inhoud watersysteem =...................= ................... (liter)
Berekende inhoud = ............................................. (liter)
Juiste circuitinhoud aanwezig
Juiste corrosieremmer toegevoegd ....... liter van
Juiste vorstbeveiliging toegevoegd (indien nodig) ....... liter van
Waterleidingen zijn gemonteerd met een elektrisch verwarmingselement tot aan de verdamper
De retourwaterleiding is voorzien van een gaasfilter met een maaswijdte van 1,2 mm
Controle van het drukverlies over de verdamper (zonder hydromodule) of ESP
Intrede verdamper = .................................. (kPa)
Uittrede verdamper = ................................. (kPa)
Drukverlies (Intrede - Uittrede) = ............... (kPa)
(1) ESP: externe statische druk
Teken het drukverlies af op de waterdebiet/drukverliescurve van de waterwarmtewisselaar om het debiet in l/s te
bepalen bij de nominale bedrijfscondities voor het systeem. Voor units met hydromodule wordt het debiet
weergegeven door de regelapparatuur van de unit (zie de handleiding van de LD/ILD regelapparatuur).
Gebruik indien nodig de inregelafsluiter om het debiet bij te stellen op de gewenste waarde.
Debiet op de drukverliescurve, l/s = ...........
Nominaal debiet, l/s = .................................
Het debiet in l/s is hoger dan het minimale debiet voor de unit
Het debiet in l/s komt overeen met de specificatie van .................... (l/s)
NL-65
(met hydromodule)
(1)
AQUACIAT™ LD/ILD