8 - WATERAANSLUITINGEN
8.3.3 - Procedure voor de regeling van het
waterdebiet
Lees, nadat het circuit is gereinigd, de uitlezingen van de
manometer af (drukken waterintrede en wateruittrede) voor
informatie over het drukverlies over de unit (platenwarmtewisselaar
+ inwendig leidingwerk).
Vergelijk de verkregen waarde met de theoretische selectiewaarde.
Als het gemeten drukverlies groter is dan de vooringestelde
waarde betekent dit dat het debiet op de unit (en dus het in het
systeem) te hoog is. Draai in dit geval de inregelafsluiter een
slag dicht en lees de drukverschillen opnieuw af. Herhaal deze
stappen totdat het drukverlies overeenkomt met het nominaal
debiet op het werkingspunt van de unit.
OPMERKING: als het systeem een te groot drukverlies heeft
in verhouding tot de door de systeempomp geleverde
externe statische druk, dan kan het nominale waterdebiet
niet worden bereikt (het resulterende debiet is dan lager) en
wordt het temperatuurverschil tussen de waterintrede en
wateruittrede van de verdamper groter.
Om het drukverlies in het waternetwerk van het systeem te
verkleinen:
■ De individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen
(bochten, hoogteverschillen, kleppen etc.)
■ Gebruik de correcte leidingdiameter.
■ Maak de watersystemen niet te groot.
Voorbeeld: Unit met specifiek nominaal
debiet van 3,7 l/s
Waterdebiet, l/s
Verklaring
1
Curve "Unit drukverlies (inclusief interne waterleidingen)/debiet"
2
Met de klep open geeft het afgelezen drukverlies (111 kPa) punt A op de curve.
A Inschakelpunt bereikt met klep open.
3
Met de klep open is het bereikte debiet 4,8 l/s: dit is te hoog, en de klep moet
weer worden gesloten.
4
Als de klep gedeeltelijk is gesloten, geeft het afgelezen drukverlies (65 kPa)
punt B op de curve.
B Inschakelpunt bereikt met klep gedeeltelijk gesloten.
5
Met de klep gedeeltelijk gesloten, is het bereikte debiet 3,7 l/s: dit is het vereiste
debiet en de klep staat in een correcte stand.
8.4 - Units met hydromodule en pomp met
vast toerental (alleen voor brine-toepassing)
8.4.1 - Algemeen
Zie hoofdstuk "Units zonder hydromodule".
8.4.2 - Reinigingsmethode watercircuit
■ Open alle afsluiters volledig (nr. 19).
■ Laat de pomp van het systeem draaien.
■ Laat de pomp continu draaien gedurende 2 uur om het
watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van
vaste ongerechtigheden).
■ Herhaal de aflezing.
■ Vergelijk deze waarde met de oorspronkelijke waarde.
■ Als de stroming is verlaagd dan betekent dit dat het gaasfilter
moet worden verwijderd en gereinigd omdat het watercircuit
vuildeeltjes bevat. Sluit in dit geval de afsluiters bij de
waterintrede en -uittrede (nr. 19), tap de watersectie van de
unit (nr. 6) af en verwijder de filters (nr. 20 en 1).
■ Ontlucht het circuit (nr. 5 en 14).
■ Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn
dat er geen vuil meer aanwezig is in het filter.
8.4.3 - Procedure voor het inregelen van het
waterdebiet
Lees, nadat het circuit is gereinigd, het waterdebiet uit op het
bedieningspaneel en vergelijk deze waarde met de theoretische
selectiewaarde. Als de debietwaarde groter is dan de
gespecificeerde waarde, dan is het totale drukverlies in het
systeem te klein in vergelijking met de statische druk van de
pomp.
Draai in dit geval de inregelafsluiter een slag dicht en lees het
debiet opnieuw af. Herhaal deze stappen totdat het drukverlies
overeenkomt met het nominaal debiet op het werkingspunt van
de unit.
OPMERKING: Als het systeem een veel te groot drukverlies
heeft in verhouding tot de door de systeempomp geleverde
externe statische druk, dan kan het nominale waterdebiet
niet worden bereikt (het resulterende debiet is lager) en het
temperatuurverschil tussen de verdamper waterintrede en
wateruittrede wordt groter.
Om het drukverlies in het waternetwerk van het systeem te
verkleinen:
■ De individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen
(bochten, hoogteverschillen, kleppen etc.)
■ Gebruik de correcte leidingdiameter;
■ Maak de watersystemen niet te groot.
NL-31
AQUACIAT™ LD/ILD