Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CIAT AQUACIAT LD Series Bedieningshandleiding pagina 33

Inhoudsopgave

Advertenties

8 - WATERAANSLUITINGEN
Het gehandhaafde temperatuurverschil kan in sommige gevallen 
afwijken van de waarde van het setpoint:
■ Als de waarde van het setpoint te hoog is (bereikt voor een 
kleiner  debiet  dan  de  minimum  waarde  of  een  lagere 
frequentie dan de minimum waarde), stelt het systeem zich 
in  op  het  minimum  debiet  of  de  minimum  frequentie  en  dit 
leidt dan tot een kleiner temperatuurverschil dan het setpoint.
■ Als de waarde van het setpoint te laag is (bereikt voor een 
groter  debiet  dan  de  maximum  waarde  of  een  hogere 
frequentie dan de maximum waarde), stelt het systeem zich 
in op het maximum debiet of de maximum frequentie en dit 
leidt dan tot een groter temperatuurverschil dan het setpoint.
Neem contact op met de serviceafdeling van de fabrikant voor 
het toepassen van de hieronder beschreven procedures.
8.6.1 - Reinigingsmethode watercircuit
Raadpleeg de procedure voor het reinigen van het watercircuit 
uit hoofdstuk 8.3.1
8.6.2 - Procedure voor het inregelen van het Delta
T setpoint
Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met 
de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode.
Wijzig de regelparameters:
■ Methode voor het controleren van het waterdebiet (Delta T)
■ Stel de waarde van het vereiste temperatuurverschil in.
Standaard  is  de  unit  ingesteld  op  het  minimum  toerental 
(frequentie: 50 Hz).
Lijst met opties voor de periode dat de unit niet wordt
gebruikt (stand-by bedrijf).
Omgevings-
Zonder
temperatuur-bereik
optionele
van de unit
hydraulische
set
> 0°C tot 51°C
-
Optie 41 
of
Geschikte 
-20°C tot 0°C
antivriesop-
lossing
(bijvoorbeeld 
glycol)
(1)  Zorg dat de vloeistof kan circuleren. Indien afsluiters zijn toegepast moet een 
bypass worden geïnstalleerd (zie tekening "Winterstand").
Indien de unit van het systeem wordt afgekoppeld door afsluiters, 
is  het  verplicht  om  een  bypass  te  installeren  zoals  hieronder 
aangegeven:
Winterstand
Unit
Product
Met optionele
Met optioneel
hydraulische
buffervat
set
-
-
Optie 42
Optie 42B
(1)
of
of
Geschikte 
Geschikte 
antivriesop-
antivrieso-
lossing
plossing 
(bijvoorbeeld 
(bijvoorbeeld 
glycol)
glycol)
(1)
Gesloten
Waternetwerk
Open
Gesloten
Afhankelijk van het klimaat in uw omgeving, moet
u:
■ Voeg alleen een door de fabrikant goedgekeurde
antivriesoplossing (max. 45 %) toe voor het
beschermen van de unit tot een temperatuur van
10 K onder de laagste omgevingstemperatuur
welke lokaal voor kan komen.
■ Voor een langdurige buiten bedrijf stelling, moet
u de warmtewisselaar aftappen en vullen met een
antivriesoplossing (gebruik de aftapkraan op de
waterintrede).
■ Om corrosie als gevolg van contact met de
buitenlucht te voorkomen, moet u, als het
system voor een periode van langer dan 1 maand
wordt afgetapt, het circuit van het warmteover-
drachtmedium vullen met droog inert gas. (max.
0,5 bar). Als het warmteover-drachtmedium niet
voldoet aan de voorschriften van de fabrikant,
moet het systeem direct met stikstof worden
gevuld.
■ In geval van langdurige stilstand, moeten de
watercircuits worden beschermd door er een
passiveringsoplossing in te laten circuleren (de
hulp van een specialist inroepen).
■ Vul het apparaat bij het begin van het volgende
seizoen weer met water en voeg een anticorrosie
inhibitor toe.
■ Als extra apparatuur in het systeem is gemonteerd,
m o e t d e i n s t a l l a t e u r e r v o o r z o r g e n d a t
de resulterende debieten nog steeds binnen
de minimum en maximum waarden liggen
die in de tabel met bedrijfslimieten staan
(toepassingsgegevens).
■ Als de vorstbeveiliging afhankelijk is van
elektrische verwarmingselementen, sluit dan
nooit de elektrische voeding van de unit uit
wanneer de vorstbeveiliging nodig is. Om de
b e v e i l i g i n g t e g a r a n d e r e n , m o e t e n d e
(1) 
hoofdschakelaar van de unit, het circuit van de
elektrische verwarming en het circuit van de
regeling ingeschakeld zijn (zie het elektrische
schema voor de plaats van deze componenten).
Als de waterwarmtewisselaar en externe leidingen
(1)
tijdens vorst niet worden gebruikt, of tijdens een
langdurige elektrische stroomonderbreking
(gepland of niet gepland), moeten deze direct
worden afgetapt. Vorstschade wordt niet gedekt
door de garantie.
■ De temperatuuropnemers van de warmtewisselaar
z i j n o n d e r d e e l v a n d e v o r s t b e v e i l i g i n g :
Als leidingsverwarmingslinten worden gebruikt,
mogen deze uitwendige verwarmingselementen
de metingen van deze opnemers niet nadelig
beïnvloeden.
■ A l s e r o o k e e n o p t i e A a n s l u i t p i j p e n
waterwarmtewisselaar wordt besteld, moet op
elke verlenging ook een verwarmingselement
worden gemonteerd om de waterleidingen te
beveiligen tegen een buitentemperatuur van
beneden 0°C. De oplossingen antivries en
v e r w a r m i n g s e l e m e n t e n k u n n e n w o r d e n
gecombineerd.
NL-33
AQUACIAT™ LD/ILD

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave