Microfoonrichting (ingebouwde microfoon)
U kunt de gerichtheid van de ingebouwde microfoon wijzigen om meer
controle uit te oefenen over hoe geluid wordt opgenomen.
1 Zorg ervoor dat ' [Geluidsscène] is ingesteld op
[„ Aangepast] (A 81).
2 Druk op de MENU-knop.
3 Open het submenu [Gerichtheid ingeb. mic.].
[¡ Audio-instelling] > [1] > [Gerichtheid ingeb. mic.]
4 Selecteer de gewenste optie en raak vervolgens [X] aan.
Opties
[í Mono]:
Opnemen in mono, waarmee geluid wordt benadrukt dat vanaf de voorzijde van de camcorder/
microfoon komt.
[h Normaal]:
Standaard stereo-opname, een middenpositie tussen de opties [î Breed] en [í Mono] binnen
bereik.
[î Breed]:
Omgevingsgeluid in een groter gebied in stereo opnemen, wat het filmische effect van clips
versterkt.
Microfoondemper (externe microfoon)
U kunt de microfoondemper (20 dB) activeren voor een microfoon die
aangesloten is op het MIC-aansluitpunt om te voorkomen dat audio wordt
vervormd als het audioniveau te hoog is.
1 Zorg ervoor dat de invoer van het MIC-aansluitpunt is ingesteld
op [ß Microfoon] (A 86).
2 Druk op de MENU-knop.
3 Open het submenu [MIC: dempen].
[¡ Audio-instelling] > [2] > [MIC: dempen]
4 Selecteer de gewenste optie en raak vervolgens [X] aan.
Opties
[2 Auto]:
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch de microfoondemper om een optimaal
audio-opnameniveau te bewerkstelligen, zodat hoge audioniveaus niet vervormd raken.
[i Aan]:
De microfoondemper wordt altijd geactiveerd om een geluidsdynamiek te reproduceren die
levensechter overkomt. Als u deze optie selecteert, verschijnt, å op het scherm.
[j Uit]:
De microfoondemper staat altijd uit. Als u deze optie selecteert, verschijnt
Inhoudsopgave
Menu's
Audio opnemen
[¡ Audio-instelling]
[1]
[Gerichtheid ingeb. mic.]
h
[
Normaal]
[¡ Audio-instelling]
[2]
[MIC: dempen]
[2 Auto]
op het scherm.
Index
85