Transmissiefilter vervangen
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het transmissiefilter na de eerste
50 bedrijfsuren, daarna na elke 200 uur.
1.
De transmissie-olie aftappen, zie
Transmissie-olie verversen/aftappen, pagina 44.
2.
Verwijder het transmissiefilter en veeg het
contactvlak van de filteraansluiting schoon
(fig. 49).
3.
Smeer de rubber afdichtring van het nieuwe filter
in met een dun laagje nieuwe olie (fig. 49).
1
Figuur 49
1. Transmissiefilter
2. Afdichtring
4.
Monteer het nieuwe transmissiefilter op de
filteraansluiting. Draai het filter rechtsom totdat
de rubber afdichtring tegen de filteraansluiting
aanligt. Draai het filter daarna nog 3/4 slag aan
(fig. 49).
5.
Vul de transmissie met het juiste type nieuwe
olie, zie Transmissie-olie verversen/aftappen,
pagina 44.
3
2
1256
3. Filteraansluiting
Zekeringen
Onderhoudsinterval/Specificatie
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er
een zekering is doorgebrand, moet het onderdeel en
de bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd.
Om een zekering te vervangen, deze uit de houder
trekken (fig. 50).
1
2
3
4
Figuur 50
1. F1; hoofdzekering-30 A
2. F2; spanningsregelaar-
25 A
3. F3; dashboard,
veiligheidssysteem en
Cruise Control-10 A
Koplampen
Specificatie: gloeilamp # 1156, type voor
automobielen
Gloeilamp verwijderen
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken,
hefinrichting laten zakken en contactsleutel op
"STOP" draaien om de motor te stoppen.
Contactsleutel verwijderen.
2.
Open de motorkap. Trek de stekkers van beide
polen aan de lamphouder af.
3.
Draai de lamphouder 1/4 slag linksom en
verwijder deze uit de reflector (fig. 51).
Onderhoud
m-3316
4. F4; koplampen en
achterlichten-10 A
45