Gebruiksaanwijzing
prestaties met werktuigen. Gebruik Hoog voor
transport of wanneer de omstandigheden een
hogere rijsnelheid toelaten.
MOGELIJK GEVAAR
Door een te hoge rijsnelheid op hellingen
kan de tractor omslaan of kunt u de macht
over het stuur verliezen.
WAT ER KAN GEBEUREN
Omslaan of verlies van de macht over het
stuur kan ernstig of zelfs fataal letsel
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
De tractor nooit in neutraal schakelen
terwijl hij in beweging is.
De tractor nooit in neutraal laten rollen op
hellingen.
Zorg ervoor dat u alle instructies in de
gebruikershandleiding en op de tractor
hebt gelezen, begrepen en opgevolgd
voordat u de tractor start.
3.
Zet het handgas in de stand SNEL voor de beste
prestaties. (Met het handgas regelt u het
motortoerental).
4.
Plaats uw voet op het rijpedaal en druk de
bovenkant van het pedaal langzaam in om
vooruit te rijden, of druk de onderkant van het
pedaal in om achteruit te rijden (fig. 18). Hoe
verder u het pedaal in één van beide richtingen
intrapt, hoe sneller de machine in die richting
rijdt.
5.
Om vaart te minderen, laat u het rijpedaal
terugkomen en trapt u het rempedaal in.
26
Figuur 18
1. Rijpedaal
2. Rempedaal
Tractor stoppen
Om de machine te stoppen het rijpedaal loslaten, het
rempedaal intrappen, de aftakas uitschakelen, het
werktuig laten zakken en de contactsleutel in de stand
STOP draaien. Stel de parkeerrem in werking als u de
machine verlaat; zie Parkeerrem in werking stellen,
pagina 20. Vergeet niet de sleutels uit contact- en
keuzeschakelaar te verwijderen.
MOGELIJK GEVAAR
Iemand zou de tractor kunnen bedienen of
wegrijden wanneer u de tractor onbeheerd
achterlaat.
WAT ER KAN GEBEUREN
Kinderen of omstanders kunnen gewond
raken door onbevoegd gebruik van de
tractor.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Neem altijd de sleutel uit de
contactschakelaar en keuzeschakelaar en
stel de parkeerrem in werking wanneer u
de tractor onbeheerd achterlaat, ook al is
het maar heel even.
2
1
3
4
m-3258
3. Vooruit
4. Achteruit