Controleren op vuil
Belangrijk: De motor laten lopen met
geblokkeerde grasleiplaat, vervuilde
of verstopte koelribben en/of
verwijderde koelplaten leidt tot
motorschade door oververhitting.
1.
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken,
hefinrichting laten zakken en contactsleutel op
"STOP" draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutel.
2.
Controleer de 3 luchtinlaatroosters (fig. 6) op
vuil. Aanwezig vuil wegvegen vóór elk gebruik
en/of tijdens het gebruik, indien nodig.
Î Î Î
Î Î Î
1
Figuur 6
De pijlen geven de luchtinlaat- en uitlaatwegen aan.
1. Luchtinlaatrooster (1 van 3 getoond)
3.
Vuil dat zich op het roterende luchtinlaatrooster
verzameld heeft wegvegen (fig. 7).
MOGELIJK GEVAAR
Het roterende luchtinlaatrooster en de
aandrijfas kunnen letsel veroorzaken.
WAT ER KAN GEBEUREN
Vingers, handen, of losse kleding kunnen
verstrikt raken in het roterende
luchtinlaatrooster of de aandrijfas.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
De tractor niet bedienen zonder dat de
zijpanelen en motorkap op hun plaats
aangebracht zijn.
Vingers, handen en kleding uit de buurt
van het roterende luchtinlaatrooster en de
aandrijfas houden.
Motor stoppen en contactsleutel
verwijderen alvorens onderhoud te
verrichten.
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
m-3412
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï Ï
1. Roterend luchtinlaatrooster
Controles vóór het gebruik
1
m–3617
Figuur 7
17