SUPER NIGHTSHOT
Het beeld wordt opgenomen met maximaal
16 keer de gevoeligheid van opnemen met
de functie NightShot als u [SUPER
NIGHTSHOT] instelt op [AAN] terwijl de
NIGHTSHOT-schakelaar (p. 35) ook op
ON is gezet.
verschijnt op het scherm.
Als u de normale instelling wilt herstellen,
stelt u [SUPER NIGHTSHOT] in op [UIT].
b Opmerkingen
• Gebruik [SUPER NIGHTSHOT] niet in heldere
omgevingen. Dit kan een storing veroorzaken.
• Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen (p. 118).
• Verwijder de voorzetlens (optioneel).
• Pas de scherpstelling handmatig aan ([FOCUS],
p. 77) als er moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
• De sluitertijd van de camcorder wordt gewijzigd
afhankelijk van de helderheid, waardoor de
beweging van het beeld kan worden vertraagd.
FADER
U kunt volgende effecten toevoegen aan de
overgang tussen twee scènes.
1 Selecteer het gewenste effect in [STBY]
(tijdens infaden) of [OPN] (tijdens
uitfaden), en raak dan
2 Druk op START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Raak [UIT] aan in stap 1 om de fader te
annuleren voordat deze wordt gestart.
Als u op START/STOP drukt, wordt de
instelling geannuleerd.
STBY
Uitfaden
FADER WIT
FADER ZWART
Wanneer [OUDE FILM] is geselecteerd,
wordt
kunt u films opnemen met de sfeer van een
oude film.
Als u [DIG EFFECT] wilt annuleren, raakt
u [UIT] aan.
U kunt speciale effecten toevoegen aan een
beeld tijdens het opnemen of afspelen.
wordt weergegeven.
aan.
OPN
Infaden
DIG EFFECT (digitale
effecten)
op het scherm weergegeven en
B EFFECT (beeldeffecten)
B UIT
De instelling [B EFFECT] wordt niet
gebruikt.
SEPIA
Beelden worden in sepia weergegeven.
ZWART-WIT
Beelden worden in zwart-wit
weergegeven.
PASTEL
Beelden worden weergegeven als een
lichte tekening in pastelkleuren.
81
Wordt vervolgd ,