5.4
Gebruiksaanwijzing
Ga als volgt te werk nadat alle accessoires zijn aangesloten zoals getoond in
pagina 13
:
Open zowel de luchtinlaat op de
irrigatiekit als op de doorlaat van de
vloeistof;
Om het irrigatiecircuit te vullen, gebruikt
u de functie PUMP door PUMP/CLEAN te
selecteren op het aanraaktoetsenbord:
alle andere selecties zijn gedeactiveerd
en de toets PUMP/CLEAN knippert;
Terwijl de toets PUMP/CLEAN knippert,
drukt u eenmaal op het pedaal en
laat u het los, PUMP/CLEAN stopt
met knipperen en het vullen van het
irrigatiecircuit begint;
Zodra de slangenpomp inschakelt, wordt
de hele schaal van waarden van het
gedeelte "irrigation" verlicht en tijdens
het spoelen van de vloeistof gaat de
irrigatiewaarde van 6 naar 0;
24
1
2
3
4
Hoofdstuk 4.2 op