CAMERA INST. (vervolg)
• Voer de procedure voor [EEN DRUK] nogmaals uit
als u de instellingen voor [BELICHT.PROG] wijzigt
of als u de camcorder van buiten naar binnen brengt of
omgekeerd terwijl [EEN DRUK] is ingeschakeld.
• Stel [WITBALANS] in op [AUTO] of [EEN DRUK]
onder TL-buizen met wit of koel, wit licht.
• De instelling [AUTO] wordt hersteld wanneer
u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt
van de camcorder.
AUTO SLUITER
Stel deze optie in op [AAN]
(de standaardinstelling) om de elektronische
sluiter automatisch te activeren voor het
aanpassen van de sluitertijd wanneer
u opneemt in heldere omstandigheden.
SPOTFOCUS
U kunt het brandpunt selecteren en richten
op een onderwerp dat zich niet in het
midden van het scherm bevindt.
SPOTFOCUS
AUTO
Raak het onderwerp aan op het scherm.
wordt weergegeven.
Raak [END] aan.
Als u de scherpstelling automatisch wilt
aanpassen, raakt u [AUTO]
Als u [SPOTFOCUS] instelt, wordt [FOCUS]
•
automatisch ingesteld op [HANDMATIG].
• De instelling [AUTO] wordt hersteld wanneer
u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
FOCUS
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen. Selecteer deze optie als
u gericht wilt scherpstellen op een
bepaald onderwerp.
54
STBY
END
[END] aan.
Raak [HANDMATIG] aan.
wordt weergegeven.
Raak
(scherpstellen op onderwerpen
dichtbij)/
(scherpstellen op
onderwerpen veraf) aan om scherper
te stellen. wordt weergegeven als u
niet dichterbij kunt scherpstellen en
wordt weergegeven als u niet verder weg
kunt scherpstellen.
Raak
aan.
Als u de scherpstelling automatisch wilt
aanpassen, raakt u [AUTO]
aan in stap
.
• U kunt eenvoudiger scherpstellen als u de
motorzoomknop naar T (tele-opnamen) draait
om de scherpstelling aan te passen en deze
knop vervolgens naar W (groothoek) draait
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opname. Wanneer u een onderwerp van dichtbij
wilt opnemen, draait u de motorzoomknop
naar W (groothoek) en past u vervolgens de
scherpstelling aan.
De minimale afstand tussen de camcorder en
•
het onderwerp voor een goede scherpstelling
is ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
• De instelling [ON] wordt hersteld wanneer u de
stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt
van de camcorder.
COLOR SLOW S
(Color Slow Shutter)
Wanneer u [COLOR SLOW S] instelt
op [AAN], kunt u zelfs in donkere
omgevingen opnamen met intensere
kleuren maken.
en [COLOR SLOW SHUTTER]
knipperen op het scherm.
Als u [COLOR SLOW S] wilt annuleren,
raakt u [UIT] aan.
Pas de scherpstelling handmatig aan
•
([FOCUS], p. 55) als er moeilijk automatisch
kan worden scherpgesteld.
De sluitertijd van de camcorder wordt
•
gewijzigd afhankelijk van de helderheid.
Op dit moment kan de beweging van het beeld
worden vertraagd.
[END]