Functies voor opnemen/afspelen
32
Opnemen
Zoomfunctie gebruiken ................
Als u de motorzoomknop
draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen op
het onderwerp. Draai de motorzoomknop
verder voor een snellere zoombeweging.
Grotere
weergavehoek:
(Groothoek)
Kleine
weergavehoek:
(Tele-opname)
Houd uw vinger op de zoomknop tijdens
•
het zoomen. Anders kan het geluid van de
zoomknop worden opgenomen.
De minimale afstand tussen de camcorder en
•
het onderwerp voor een goede scherpstelling
is ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
U kunt [DIGITAL ZOOM] (p. 55) instellen als
•
u meer dan 10× wilt inzoomen.
Belichting aanpassen voor
onderwerpen met tegenlicht ..........
Als u de belichting voor onderwerpen met
tegenlicht wilt aanpassen, drukt u op BACK
LIGHT
Druk nogmaals op BACK LIGHT om de
tegenlichtfunctie uit te schakelen.
Scherpstellen op een onderwerp dat
niet in het midden staat ...............
Zie [SPOTFOCUS] op pagina 54 voor
meer informatie.
De belichting van het geselecteerde
onderwerp vastleggen .................
Zie [SPOTMETER] op pagina 53 voor
meer informatie.
Speciale effecten gebruiken ..........
Zie
voorzichtig
1
zodat wordt weergegeven.
2
BEELD PROG. op pagina 57.
1
2
3
3
3