Instellingen
8.6
Schuifstand via de afdraai-inrichting bepalen (optioneel)
Werkbreedte:
Strooihoeveelheid:
Werksnelheid:
Schuifstand:
1. Bevestig de opvangbak (Afb. 60/1) met
behulp van de beugel (Afb. 60/2) aan de
glijgoot (Afb. 60/3). Klik de opvangbak in de
klem (Afb. 60/4 u. Afb. 58/1) vast.
2. Open de zijschuif (Afb. 60/5) van de glijgoot
gedurende ca. 5 sec. met behulp van het
touw (Afb. 60/6) volledig (om een
gelijkmatige uitstroom van mestkorrels te
waarborgen). Gooi de opgevangen
hoeveelheid mestkorrels vervolgens terug in
de strooier.
3. Lees aan de achterzijde van de rekenschijf
voor de gewenste werkbreedte 18 m de
noodzakelijke meetafstand
27,75 m voor 1/40 ha bestrooid oppervlak
af.
4. Meet de meetafstand op het veld
nauwkeurig af. Markeer het begin- en
eindpunt.
90
Bij het bepalen van de mestkalibratiefactor blijven beide
•
schuiven van de doorlaatopeningen gesloten en de aftakas uit-
geschakeld.
•
De afdraaiinrichting aan de zijkant is niet geschikt voor slakken-
korrel en fijn zaad.
Bij het bepalen van de schuifstand met behulp van de afdraaiin-
richting de bij de speciale uitrusting geleverde rekenschijf gebruiken!
(op de middelste, gekleurde schaal bevindt zich de positie "K".)
VOORZICHTIG
Plaats op de schuif van de afdraai-inrichting waar vingers
bekneld kunnen raken!
18 m
400 kg/ha
10 km/uur
?
Afb. 58
Fig. 59
ZA-M BAG0233.3 09.22