12.1
Reinigen
Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal
ZA-M BAG0233.3 09.22
Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder
•
zorgvuldig!
•
Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangen nooit met
benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën.
Smeer de machine na het reinigen, vooral na het reinigen met
•
een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen.
•
Neem de wettelijke voorschriften voor het gebruiken en
opruimen van reinigingsmiddelen in acht.
U dient de volgende aanwijzingen bij het reinigen met een
•
hogedrukreiniger/stoomstraal beslist op te volgen:
ο
Reinig geen elektrische onderdelen.
ο
Reinig geen verchroomde onderdelen.
ο
Richt de straal van de hogedrukreiniger of stoom-cleaner
nooit rechtstreeks op de smeerpunten, lagers, typeplaat,
waarschuwingsborden en kleefolie.
Houd altijd een afstand van minimaal 300 mm tussen
ο
hogedrukreiniger/stoomstraal en machine aan.
ο
De ingestelde druk van een hogedrukreiniger/stoomstraler
mag niet meer zijn dan 120 bar.
Neem de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van
ο
hogedrukreinigers in acht.
Maak de machine na gebruik schoon met een normale
•
waterstraal (geoliede apparaten alleen op wasplaatsen met
olieafscheiders).
Uitstroomopeningen en schuiven zorgvuldig reinigen.
•
Verwijder vastgekoekte kunstmest van de strooischijven en de
•
strooiplaten.
•
Behandel de droge machine met een corrosiewerend middel.
(Gebruik alleen biologisch afbreekbare middelen.)
Zet de machine met geopende schuiven weg.
•
Reinig de strooischijven bijzonder grondig en bescherm deze
•
tegen corrosie.
Ook roestvrij stalen onderdelen corroderen bij contact met
strooigoed, de werking wordt echter niet beïnvloed.
Reinigen, service en onderhoud
119