Opbouw en werking
5.5
Sluitschuiven en doseerschuiven
Weergave schuifstand:
Bij uitgeschoven schuifstang (Afb. 22/1,Afb.
21/4) is de schuif geopend.
44
Afb. 23
Doseerschuiven
De strooihoeveelheid wordt handmatig ingesteld via de stelhendel
(Afb. 21/1) door instellen van verschillende openingen van de door-
laatopeningen (Afb. 21/2). De telkens hiervoor benodigde schuifstand
wordt berekend aan de hand van de informatie in de strooitabel of
met behulp van de rekenschijf.
Omdat de strooi-eigenschappen van kunstmest onderling nogal
verschillen, wordt aangeraden om de geselecteerde schuifstand voor
de gewenste strooihoeveelheid door middel van een
kwantiteitscontrole te controleren.
Sluitschuiven
De sluitschuiven (Afb. 21/3) zijn bedoeld voor het openen en sluiten
van de doorlaatopeningen en kunnen afzonderlijk hydraulisch worden
bediend.
Afb. 24
ZA-M BAG0233.3 09.22