Inbedrijfstelling
6
Inbedrijfstelling
64
Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over
•
het inbedrijfstellen van uw machine;
•
de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw
tractor kunt aansluiten/aankoppelen.
Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze
•
handleiding hebben gelezen en begrepen.
•
Zie de hoofdstukken
"Verplichtingen van de chauffeur", op blz. 9.
ο
"Scholing van de personen", op blz. 13.
ο
"Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de
ο
machine", vanaf blz. 16.
"Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 24.
ο
Het lezen van deze hoofdstukken is voor uw eigen veiligheid.
De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de
•
machine transporteert dient daartoe geschikt te zijn!
•
Tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke
verkeersvoorschriften.
Zowel de eigenaar als de bestuurder zijn ervoor verantwoordelijk
•
dat de machine voldoet aan de nationale verkeersvoorschriften.
Controleer of de strooischijven goed zijn gemonteerd. In
•
rijrichting gezien: linker strooischijf "L" en rechter strooischijf "R".
•
Controleer of de schalen op de strooischijven correct zijn
gemonteerd. De schalen met de waarden tussen 5 en 28 horen
bij de korte strooiplaten en de schalen met de waarden tussen
35 en 55 horen bij de lange strooiplaten.
ZA-M BAG0233.3 09.22