Instellingen
Opgevangen hoeveelheid mestkorrels [17,5 kg] x vermenigvuldiger
Strooihoeveelhei
d =
8.4.2.1
Omrekening van de noodzakelijke meetafstand voor niet in de tabel opgenomen
werkbreedten
Werkbreedten tot 21 m - vermenigvuldiger 40
Noodzakelijke meetafstand bij gewenste werkbreedte [m] =
Werkbreedten vanaf 24 m - vermenigvuldiger 20
Noodzakelijke meetafstand bij gewenste werkbreedte [m] =
86
2. Meet de meetafstand op het veld nauwkeurig af. Markeer het
begin- en eindpunt van de meetafstand.
3. Stel de schuifstand 42 in.
4. Stel het aftakastoerental 540 min
werkbreedte-instelling in de strooitabel anders is aangegeven).
5. Rijd de meetafstand nauwkeurig van begin- tot eindpunt en
onder veldomstandigheden af, d.w.z.
5.1 ca. halfvolle bak,
5.2 vooraf bepaalde, constante werksnelheid 10 km/uur en
5.3 het voor de werkbreedte noodzakelijke aftakastoerental.
6. Open hierbij de linkerschuif precies op het beginpunt van de
meetafstand en sluit de schuif op het eindpunt.
7. De opgevangen hoeveelheid mestkorrels [kg] weegt
bijv. 17,5 kg.
8. Uit de opgevangen hoeveelheid mestkorrels [kg] kan nu de
daadwerkelijk ingestelde strooihoeveelheid [kg/ha] worden
berekend.
20
ha
Komen de daadwerkelijk uitgevoerde en de gewenste
strooihoeveelheid niet overeen, corrigeer de schuifstand dan
overeenkomstig. Herhaal eventueel de kwantiteitscontrole.
Stel na het bepalen van de exacte schuifstand voor de linker
trechterzijde de rechter stelhefboom op dezelfde schuifstand in.
in (tenzij voor de
-1
= 350 kg/ha
500
Werkbreedte [m]
1000
Werkbreedte [m]
ZA-M BAG0233.3 09.22