Storing door ontbrekende bodem-
zeef.
Als de bodemzeef ontbreekt, kunnen
er voedselresten in de afvoer terecht-
komen. Het water kan dan niet wor-
den afgepompt.
Controleer voor elk bereidingsproces
of de bodemzeef aanwezig is.
Schakel de combi-stoomoven in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Als u een bereiding wilt uitvoeren met
een functie met stoom of stoominjec-
ties, vult u het waterreservoir en
schuift het in het apparaat.
Gedestilleerd water of water met
koolzuur en andere vloeistoffen kun-
nen de combi-stoomoven bescha-
digen.
Gebruik uitsluitend vers, koud
drinkwater (kouder dan 20 °C).
Schuif het gerecht in de ovenruimte.
Kies de gewenste functie.
De functie verschijnt. Afhankelijk van de
gekozen functie verschijnen na elkaar
voorgeprogrammeerde waarden voor
temperatuur en eventueel vocht.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
Bevestig met OK.
De voorgeprogrammeerde tempera-
tuur wordt na enkele seconden over-
genomen. U kunt de temperatuur ach-
teraf nog wijzigen met de pijltoetsen.
Wijzig zo nodig de vochtigheids-
graad.
Bevestig met OK.
De ingestelde en de werkelijke tempera-
tuur verschijnen en de verwarmingsfase
begint.
U kunt het stijgen van de temperatuur in
het display volgen. Als de gekozen tem-
peratuur voor het eerst wordt bereikt,
klinkt er een signaal.
Gebruik na de bereiding de sensor-
toets van de gekozen functie om de
bereiding te beëindigen.
Gevaar voor letsel door hete
stoom.
Bij het bereiden met stoom kan er
veel hete stoom ontsnappen als u de
deur opent. U kunt zich aan de
stoom branden.
Neem afstand en wacht totdat de
hete stoom is vervluchtigd.
Haal het gerecht uit de ovenruimte.
Gevaar voor letsel door hete op-
pervlakken.
De combi-stoomoven wordt tijdens
het gebruik heet. U kunt zich bran-
den aan het glas van de deur.
Draag ovenwanten bij het sluiten van
de hete deur.
Bediening
53