Voorwerp-, inspecteurs- en locatiegegevens
invoeren
Aan het begin van een MDI-inspectie worden gebruikers verzocht om
de inspectiedetails in te voeren en de directory (map) te selecteren waarin
uw inspectieresultaten worden opgeslagen.
7
– De informatie van de inspectiedetails (die varieert voor elke MDI) wordt
ingevoerd aan het begin van een inspectie. De met een * gemarkeerde
informatie is verplicht voordat de resultaten worden opgehaald. Merk
op dat deze informatie wordt opgenomen op de voorpagina van het
MDI-eindinspectierapport.
8
– Selecteer om informatie in te voeren de overeenkomstige regel.
Het virtuele toetsenpaneel wordt automatisch geopend.
Opmerking: Een compatibel USB- of bluetooth-toetsenbord vergemakkelijkt
de invoer van tekst.
9
– Gebruik het toetsenpaneel om informatie in te voeren of maak een keuze
uit een door een gebruiker gegenereerde set voorinstellingen.
10
– Selecteer
Gereed wanneer u klaar bent met het invoeren
van alle studieniveau-informatie.
11
– Er wordt nu een scherm Bestandsbeheer geopend. U moet navigeren
in het bestandsbeheer om de map (directory) te identificeren waarin de
verkregen resultaten worden opgeslagen. Maak een nieuwe map aan of
selecteer een bestaande map.
– Selecteer Gereed om het informatie-invoerproces te voltooien.
12
87