Inhoudsopgave
Advertenties
Configuratie van meting en annotatie
1
– Tik op de linkerbenedenhoek van het scherm (of druk op de
elk gewenst moment om het Global menu, dat toegang biedt tot het menu Settings
(Instellingen), te openen.
2
– Selecteer deze optie om de specifieke instellingen voor de meting en annotatie
die hier worden weergegeven te wijzigen.
3
– Geef de lijst weer van de 3DPM OTA's die al gekalibreerd zijn voor gebruik
met de aangesloten sonde.
4
– Selecteer deze optie om een lijst weer te geven van Stereo OTA's die al gekalibreerd
zijn voor gebruik. De opties Tip toevoegen en Lijst bewerken zijn niet bedoeld voor
algemeen gebruik. Als een tip wordt verwijderd met de optie Lijst bewerken, worden
de kalibratiegegevens van deze tip verwijderd, en moeten de sonde en de tip worden
geretourneerd naar een geautoriseerd servicecentrum van Waygate Technologies
voor een herkalibratie.
5
– Sla de vooringestelde annotatie (opmerkingen) op een extern opslagapparaat op of
Importeer vooraf ingestelde opmerkingen in een instrument vanaf een extern apparaat.
6
– Toont of verwijdert het zoomvenster (dat tijdens de meting wordt gebruikt voor een
gedetailleerde plaatsing van de cursor).
7
– Selecteer AUTO om het rode/gele onmeetbare 3DPM pixelmasker alleen weer te
geven wanneer een cursor op een rode/gele pixel wordt geplaatst. Selecteer ON (AAN)
om het pixelmasker altijd weer te geven tijdens de meting.
8
– Selecteer Z-Map voor de meeste toepassingen. P-Map beelden bevatten extra
gegevens en worden mogelijk opgevraagd door de technische ondersteuning als
hulpmiddel bij een probleemoplossing.
9
– Bepaal het type bereikzoeker dat moet worden weergegeven tijdens een 3DPM meting.
Naarmate de afstand tussen de tip en het doel vermindert, geeft de 3DPM bereikzoeker
een groter aantal opgelichte balken weer. In de standaard modus zijn alle opgelichte
balken blauw. In de Kleur modus verandert de kleur van de balken van rood, wanneer er
weinig balken zijn opgelicht, in groen, wanneer de meeste balken zijn opgelicht.
voor meer informatie over het uitvoeren van 3DPM metingen en over de bereikzoeker.
10
– Geeft vier stippellijnen weer in de volledige puntcloud-weergave. Deze lijnen
vertegenwoordigen het gezichtsveld, zodat de gebruiker een beter oriëntatiegevoel heeft
met de sonde in verhouding tot het weergegeven oppervlak. Wanneer een meetvlak
wordt gebruikt in combinatie met een punt-tot-lijn-, oppervlakte- of dieptemeting, wordt
ook een randgezichtshoek opgenomen in de point cloud-weergaven volledig beeld en
meetbeeld. Deze lijnen kunnen worden verborgen of worden weergegeven in de point
cloud-weergave tijdens de meting, of kunnen worden weergegeven en opgeslagen
samen met het opgeslagen meetbeeld.
11
– Regelt de weergave van de stereo-index, die verschijnt bij een traditionele meting.
12
– Stelt een drempelwaarde in voor de stereo-index. Onder deze waarde knippert de index
tijdens een stereo-meting. Deze optie kan worden gebruikt om de gebruiker te waarschuwen
voor metingen met een lage index, waarbij de nauwkeurigheid kan afnemen.
13
– Geef de meeteenheid op: inches of millimeter.
14
– Aan een stilgezet of opgeroepen beeld kan een annotatie worden toegevoegd.
Selecteer de annotatiestijl om de tekstkleuren, -randen, -achtergrond en -grootte te
wijzigen. De kleur en grootte van de annotatiepijlen kunnen worden aangepast. tussen
de Steer (stuur)- of Steer and Stay (stuur en blijf)-modus. In beide
hardkey) op
Klik hier
41
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
