Inhoudsopgave
Advertenties
Beelden vastleggen en aanpassen
Besturing van de sonde
Wanneer u een live-beeld bekijkt, kunt u de camera van de sonde richten
door de buighals te bedienen.
1
– Besturing van de buighals: Wanneer u een live-beeld bekijkt, kunt u de
joystick bewegen naar het element dat u wilt zien. De buighals wordt zodanig
gearticuleerd dat de sonde-tip in dezelfde richting beweegt.
2
– De buighals recht trekken: Houd deze knop lang ingedrukt om de buighals
in de oorspronkelijke stand te zetten of recht te trekken, voor een veilige
verwijdering en opberging van de inbrengbuis.
3
– Instellen van de Sturingsmodus: Druk kort op deze knop om te kiezen
42
modi wordt de buighals gearticuleerd om de joystick-beweging te volgen.
Ze verschillen in de manier waarop ze zich gedragen nadat de joystick
wordt losgelaten
(klik hier voor meer informatie over de configuratie van
de gevoeligheid van beide modi).
naar een rechte positie gaan wanneer de joystick wordt losgelaten. In de
stuur-en-blijfmodus wordt de buighals in de gearticuleerde positie
gehouden wanneer de joystick wordt losgelaten. Als u de joystick beweegt
in de stuur-en-blijfmodus, wordt de buighals gearticuleerd. Wanneer u de
joystick loslaat, blijft de buighals in de nieuwe positie. Dit
verschijnt in de stuur-en-blijfmodus.
Opmerking: Bij een verbinding met een Bluetooth- of USB-toetsenbord kunnen
de iQ-functies en de sonde-articulatie vanop afstand worden bediend. Zie
Appendix O
voor een lijst van functietoetsen en toetsencombinaties die gelijk
zijn aan de functies van de iQ-knop en de joystick.
4
– Tipkaart. Dit pictogram op het scherm geeft de relatieve posities
van de sturingsmotoren aan. Als de opgelichte stip in het midden van
de draadkruizen verschijnt, zijn de motoren gecentreerd. De positie van
de buighals volgt gewoonlijk de motorposities, maar wordt beïnvloed
door de vorm van de inbrengbuis en andere mechanische effecten. Hoe
verder de stip van het centrum van het pictogram wordt weergegeven,
hoe meer de buighals wordt gearticuleerd. Afhankelijk van de rotatie van
de inbrengbuis en de camera, is het weergavegebied mogelijk wel of niet
uitgelijnd met de op de tipkaart aangegeven richting.
De inbrengbuis in het inspectiegebied leiden
Leid de inbrengbuis in het inspectiegebied als het gewenste optische tip
is aangebracht. Druk de buis met uw handen voort tot deze een
gebied bereikt dat u wilt inspecteren. Draai voorzichtig aan de buis om
de gewenste scène weer te geven. Er zijn accessoires beschikbaar om
de buis eenvoudiger te manoeuvreren:
• Rigidizers: Stijve of halfstijve geleidingsbuizen (verkrijgbaar in verschillende
lengtes) die de buis ondersteunen wanneer u ze inbrengt of waarmee
de buis een insparing kan overbruggen.
• Grijpers: Cilindervormige handgrepen die over de inbrengbuis worden
geschoven voor een eenvoudigere besturing. De grijpers hebben
schroefdraad voor de verbinding met rigidizers en de toegang tot
poortkoppelingen.
In de stuurmodus kan de buighals
pictogram
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
