Gezichtsherkenning (Herkenning)
Het gezichtsherkenningsfunctie stelt de scherpstelling en de helderheid bij aan de
hand van de gezichten in het beeld. De gezichtsherkenning heeft twee functies zoals
hieronder beschreven.
Normaal
G
Fam. voorrang
H
Voert een gezichtsherkenning opname uit (Normaal)
1.
Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vijfde optie van boven in het
controlepaneel (Herkenning).
3.
Selecteer d.m.v. [4] en [6] de instelling "G Gezichtsherkenning:
Normaal" en druk daarna op [SET] (instellen).
4.
Richt de camera op het onderwerp
(de onderwerpen).
De camera zal de menselijke gezichten detecteren
en ze weergeven met een kader er om heen.
5.
Druk de sluitertoets halverwege in.
De camera stelt scherp en de kaders rond de
gezichten waarop scherpgesteld is worden groen.
6.
Druk de sluitertoets nu geheel in.
• Door de sluitertoets halverwege in te drukken om gezichtsherkenning uit te
voeren terwijl "O Traceren" (pagina 63) geselecteerd is voor het AF gebied,
zal het focuskader de beweging volgen van het gezicht.
Detecteert menselijke gezichten in het beeld.
Geeft prioriteit aan bepaalde gezichten die van te voren
opgenomen zijn als familieleden.
32
Foto leerprogramma