Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname
Paneel: Aan
1
2
3
4
cn
cl
cm
ck
bt
Paneel: Uit
91cnbn2345
cl
cm
ck
bt
LET OP
• De instelling wordt oranje wanneer de sluitertoets halverwege ingedrukt wordt
terwijl de lensopening, de sluitertijd, de ISO gevoeligheid of de automatische
belichting niet correct is.
5
6
7
8
9
bk
bl
bm
bn
bo
bp
bo
bs
br
bq
7
6
8
bo
bs
br
bq
bp
Scherpstelfunctie (pagina 58)
1
Zelfontspanner (pagina 61)
2
Opnamemodus (pagina 16)
3
Digitale zoomindicator (pagina 43)
4
Meetfunctie (pagina 69)
5
Resterende capaciteit van het
6
fotogeheugen (pagina 161)
Fotobeeldformaat (pagina 24)
7
Fotobeeldkwaliteit (pagina 67)
8
Flitserfunctie (pagina 26)
9
Automatische Sluiter (pagina 28)
bk
Activatiegevoeligheid van de
bl
automatische sluiter (pagina 30)
Gezichtsherkenning (pagina 32)
bm
Doorlopende sluiter (pagina 38)
bn
ISO gevoeligheid (pagina 40)
bo
Belichtingscompensatie (pagina 41)
bp
Datum/tijd (pagina 42)
bq
Sluitertijdwaarde
br
Lensopeningwaarde
bs
Lege accu indicator (pagina 12)
bt
Histogram (pagina 133)
ck
Scherpstelkader (pagina's 16, 63)
cl
Anti Shake (pagina 62)
cm
Witbalansinstelling (pagina 68)
cn
150
Appendix