Kalibratie wordt uitgevoerd door het O
meting van de gasbemonsteringsuitlaat door een extern betrouwbaar O
meetinstrument.
Kalibratiewaarden mogen alleen worden gewijzigd door een getrainde
gebruiker of de technicus, volgens specifieke metingen. Klaar met het
gekalibreerde apparaat.
Pas de kalibratie aan tot het gewenste niveau door op de (+)- en (-)-knoppen te drukken.
In dit geval is het doel om de O
5,1, 5,2 en 5,3% De nieuwe waarde is nu opgeslagen en O
De offsetwaarde wordt weergegeven in het O
O
-concentratiewaarde. In dit geval werd de werkelijke O
2
op 5,3%. Door drie keer op de "+"-knop te drukken, zal het even duren om de CO
concentratiewaarde van het display te wijzigen, maar de offsetwaarde zal
onmiddellijk veranderen (in dit geval zal het venster -1,8 cal weergeven). Door deze
waarde te volgen, kan de gebruiker zien hoeveel de O
vertraging is gewijzigd.
13.5.6 Bedrijfsmodus pagina
De bedrijfsmodus pagina wordt hieronder getoond:
1. Kies tussen het ENKELE of MULTI temperatuurinstelpunt.
Als het "ENKEL" temperatuurinstelpunt is ingesteld, dan zal de waarde worden
toegepast op alle compartimenten. Als het temperatuurinstelpunt "MULTI" is
ingesteld, betekent dit dat de temperatuurwaarden van de compartimenten voor
elk compartiment afzonderlijk zijn.
Wanneer u kiest tussen het "ENKELE" of "MULTI"-temperatuurinstelpunt wordt
MIRI
II-12 IVF incubatoren met meerdere kamers gebruikershandleiding rev. 4.0
®
-gasniveaus bij te stellen tot 5,3%. Het display toont 5,0,
2
Figuur 13.22 Bedrijfsmodus paginaweergave
-niveau aan te passen volgens de
2
-sensorkalibratie is gewijzigd.
2
-kalibratievenster samen met de
2
-concentratie gemeten
2
-kalibratiewaarde zonder
2
-
2
-
2
33