gebruikt). Het werd geschat op 6,4%.
Kalibratie wordt uitgevoerd door het CO
de meting van de gasbemonsteringsuitlaat door een extern betrouwbaar CO
meetapparaat.
Kalibratiewaarden mogen alleen worden gewijzigd door een getrainde
gebruiker of de technicus, volgens specifieke metingen. Klaar met het
gekalibreerde apparaat.
Pas de kalibratie aan tot het gewenste niveau door op de (+)- en (-)-knoppen te drukken.
In dit geval is het doel om de CO
6,1, 6,2, 6,3 en 6,4%. De nieuwe waarde is nu opgeslagen en CO
gewijzigd.
De offsetwaarde wordt weergegeven in het CO
de CO
-concentratiewaarde. In dit geval werd de werkelijke CO
2
gemeten op 6,4%. Door drie keer op de "+"-knop te drukken, zal het even duren om
de CO
-concentratiewaarde van het display te wijzigen, maar de offsetwaarde zal
2
onmiddellijk veranderen (in dit geval zal het venster 0,9 cal weergeven). Door deze
waarde te volgen, kan de gebruiker zien hoeveel de CO
vertraging is gewijzigd.
13.5.5 O
-kalibratiemenu
2
De O
-kalibratie menupagina wordt hieronder getoond:
2
Druk op de (◁) toets bovenaan om terug te keren naar de kalibratiemenupagina.
Voorbeeld – hoe O
te kalibreren:
2
De werkelijke O
-concentratie wordt gemeten met een geschikt en gekalibreerd apparaat
2
op een van de gasmonsterpoorten (alle poorten kunnen hiervoor worden gebruikt). Het
werd geschat op 5,3%.
MIRI
II-12 IVF incubatoren met meerdere kamers gebruikershandleiding rev. 4.0
®
2
-gasniveaus bij te stellen tot 6,4%. Het display toont 6,0,
2
Figuur 13.21 O
-kalibratiepagina weergave
2
-niveau aan te passen aan de hand van
-sensorkalibratie is
2
-kalibratievenster samen met
2
-kalibratiewaarde zonder
2
-
2
-concentratie
2
32