Pagina 1
CE 0123 GEBRUIKERSHANDLEIDING Viewer-software voor de MIRI ® incubatoren met meerdere kamers uit de TL-familie Rev. 5.0 Revisiedatum 24.10.2022 Alleen Rx...
Pagina 2
Esco Medical Technologies, UAB Draugystes g. 19 • Kaunas, Litouwen Tel +370 37 470 000 www.esco-medical.com • support-medical@escolifesciences.com Neem voor technische service contact op met Europa Esco Medical Technologies, UAB Draugystes g. 19 • Kaunas, Litouwen Tel +370 37 470 000 www.esco-medical.com •...
Inhoudsopgave 1 Hoe deze handleiding te gebruiken ......................5 2 Veiligheidswaarschuwing ..........................5 3 Indicatie voor gebruik ............................. 5 4 Over het product ..............................5 5 Over de Viewer-software ..........................8 6 De software installeren ........................... 8 6.1 Vereisten ..............................8 7 De Viewer gebruiken............................
Het wordt gebruikt om de aandacht op een specifiek item te vestigen. WAARSCHUWING Wees voorzichtig. 3 Indicatie voor gebruik De IVF incubatoren met meerdere kamers uit de Esco Medical MIRI TL-familie zijn bedoeld ® om een omgeving te bieden met gecontroleerde temperatuur, CO en andere gassen voor de ontwikkeling van embryo's.
Pagina 6
De temperatuur in het compartiment blijft tot 1 °C stabiel (zelfs als een deksel 30 sec. open staat) en herstelt zich binnen 1 minuut na het sluiten van het deksel. De Esco Medical MIRI TL6 IVF incubator met meerdere kamers heeft 6 volledig gescheiden ®...
Pagina 7
Het totale gasverbruik is zeer laag. Minder dan 2 l/u CO en 5 l/u N tijdens gebruik. Om veiligheidsredenen heeft de IVF incubator met meerdere kamers een zeer compleet gasregelsysteem dat bestaat uit: drukregelaar (voorkomt gevaarlijke gasdrukproblemen), gasstromingssensoren (werkelijk verbruik kan worden geaccumuleerd), gasdruksensoren (zodat de gebruiker weet dat de druk en variatie kunnen worden gelogd om gevaarlijke omstandigheden te vermijden), gasfilters (om klepproblemen te voorkomen).
Richtlijnen voor Persoonlijke beschermingsmiddelen (89/686/EEG) Machinerichtlijn (2006/42/EG) zijn niet van toepassing op MIRI IVF incubatoren met ® meerdere kamers uit de TL-familie. Ook bevatten of omvatten de MIRI IVF incubatoren met ® meerdere kamers uit de TL-familie geen: medische substantie, waaronder een menselijk bloed- of plasmaderivaat;...
Vereisten voor MIRI TL Viewer-software: ® • Intel i5, i7 of AMD FX op ≥ 3,0 GHz • 4GB RAM • 4GB beschikbare opslagruimte • 23” of 24” Full HD-scherm met aanraakmogelijkheden • Windows 8 of 10 (64-bits) besturingssysteem • Gigabit ethernet-poort Vereisten voor hybride computer voor de MIRI TL Viewer-server: ®...
• IVF incubatoren met meerdere kamers (de MIRI TL6 en MIRI TL12 IVF incubatoren ® ® met meerdere kamers die zijn aangesloten op de Viewer) • Instellingen (een module waarmee de gebruiker de parameters, annotatie en ideale tijden kan aanpassen). Figuur 7.2 Hoofdscherm Viewer van de MIRI TL6 en MIRI TL12 IVF incubatoren met meerdere kamers...
Pagina 11
Figuur 7.3 Lijst met uitgevoerde time-lapses Een filterfunctie voor de IVF incubator met meerdere kamers bevindt zich in de linkerbovenhoek van het hoofdscherm, waar de gebruiker de time-lapse-zoekopdracht kan verfijnen door de specifieke incubator te selecteren. De gebruiker kan de time-lapse-zoekopdracht ook verfijnen door de time-lapse-status te selecteren: “Alle”, “Actief”...
Pagina 12
In het geëxporteerde bestand staan de resultaten van het embryoscoremodel in de laatste kolom van het Excel-bestand. Figuur 7.4 Locatie van scoremodellen in het geëxporteerde Excel-bestand Met de knop "Verwijderen" wordt de geselecteerde time-lapse verwijderd. De gebruiker kan de time-lapse-invoer alleen verwijderen als deze niet in de incubator is gestart. Met deze functie kan de gebruiker een andere incubator selecteren als hij een fout heeft gemaakt bij het kiezen van de incubator bij het maken van een time-lapse.
• Cyclus (min) (de ingestelde cyclustijd tussen elke afbeeldingsstapel) • Gemaakt (de datum en tijd waarop het time-lapse-bestand is gemaakt) 7.3.2 Time-lapse-weergave Een time-lapse-gegevensbestand wordt geopend vanuit de hoofdweergave van de time- lapse-lijst, vanuit specifieke patiëntweergave specifieke patiëntbehandelingsweergave. Een revolverweergave met de filmbestanden wordt geopend. Figuur 7.5 De time-lapse weergave van een specifieke patiënt De weergave bevat de 14 putjes van één enkele CultureCoin -schaal.
Pagina 14
In het midden van de weergave is er een gebied waar de nodige informatie wordt verstrekt: • Incubatornummer • Compartimentnummer • Inseminatietijd • Dekselopeningen tijdens de time-lapse • Een status: "In behandeling" of "Voltooid” In de linkerbovenhoek van de time-lapse-weergave worden het time-lapse-ID-nummer en patiëntinformatie weergegeven.
Figuur 7.6 De time-lapse-weergave van een specifieke patiënt met 4 gestopte time-lapses De software toont het vierkante symbool en de specifieke tijd waarop de time-lapse werd gestopt. Figuur 7.7 De weergave van de time-lapse, die werd gestopt om 67.34h 7.3.2.1 Annotaties Het annotatiesysteem is gestructureerd rond "Gebeurtenissen"...
Pagina 16
Figuur 7.8 Weergave van time-lapse-annotatie Wanneer de gebruiker een gebeurtenis in de film waarneemt, bijvoorbeeld de deling naar een 2-cellig embryo ziet, dubbelklikt de gebruiker op de "t2" onder de lijst met gebeurtenissen. Nu zal de t2 naar de rechterkant van de time-lapse-weergave gaan en de tijdlijn totdat de gebeurtenis wordt gekleurd met de juiste annotatiekleur.
Pagina 17
De resultaten van de gebeurtenissen worden automatisch berekend en verschijnen in de resultatenlijst "Overzichtsweergave" en de tabel met de annotatiegroep "Rapport" zodra aan de gebeurtenissen een tijd is toegewezen. Bijvoorbeeld, tijdsverschil van celcycli tussen bepaalde celdelingen, d.w.z. cc2 = t3 – t2; cc3 = t5 – t3. Figuur 7.9 Berekeningen van celdelingstijd in de overzichtsweergave en het rapport Op de onderstaande afbeelding bevindt het embryo zich in het actieve gebied.
Pagina 18
Figuur 7.10 Geselecteerde “twee cellen” gebeurtenisannotatie Nadat het selectieproces is afgerond (of de procesresultaten in een vroeg stadium exact zijn), kunnen de embryo's worden toegewezen met kleuren die de beslissing aangeven. Geen kleur betekent geen beslissing, groen betekent overdracht, rood betekent weggooien, blauw betekent bevriezen.
Pagina 19
Figuur 7.11 De embryostatusselectie Door erop te klikken ontstaat er een drop-down lijst waar de gewenste status gekozen kan worden. Er verschijnt een gekleurde ring om het embryoputje en ook de kleur van de positie op de schaalkaart verandert. Figuur 7.12 De schaal-kaart Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...
7.3.2.2 Embryo-meetfunctie Er is een knop "Meten" in de rechterbovenhoek van de hoofdweergave van de time-lapse. Pas wanneer de gewenste schaal is gekozen, wordt de knop “Meten” geactiveerd. Anders is de knop inactief. Figuur 7.13 Actieve en inactieve “Meten”-knop op de MIRI TL Viewer ®...
Pagina 21
Figuur 7.15 Toegevoegde metingen op het time-lapse-beeld Er is een mogelijkheid om de ongewenste meting te verwijderen door erop te dubbelklikken. Door op de "X"-knop te drukken, worden alle metingen verwijderd. Wanneer de metingen zijn opgeslagen, verschijnt aan de rechterkant van de hoofdweergave van de time-lapse "Metingen".
7.3.2.3 De schaal-kaart De knop "Schaal-kaart" opent een weergave die de locatie van de embryo's in de CultureCoin laat zien. Het toont ook de embryostaat die de gebruiker heeft geselecteerd. De ® schaal-kaart kan worden afgedrukt of gebruikt tijdens de overdracht of behandeling van de embryo's.
7.3.2.4 Ideale tijd De ideale tijd-knop zet een ring rond het revolverwiel op "AAN/UIT" die de "ideale" tijdsduur van een specifieke gebeurtenis kleurt (getoond in figuur 7.18 hieronder). Als t2 bijvoorbeeld 28 uur zou moeten zijn, stopt de gekleurde lijn bij de tijdmarkering voor 28.
7.3.2.5 Vergelijk-functie De knop "Vergelijken" maakt het mogelijk om twee embryo's naast elkaar te maximaliseren voor een meer gedetailleerde vergelijking als het moeilijk is om een selectiebeslissing te nemen. Klik op de knop "Vergelijken" en selecteer vervolgens een put (als de put al is geselecteerd).
Wanneer ze zijn gekoppeld, verdwijnen de afspeelknoppen aan de rechterkant. 7.3.2.6 Beeldmaximalisatiefunctie Met de knop "Maximaliseren" wordt de geselecteerde afbeelding in het midden van de revolver vergroot. Figuur 7.22 De weergave “Maximaliseren” 7.3.2.7 Logfunctie voor incubatiegegevens De knop "Incubatie" toont de wat de incubatiegegevens voor de CultureCoin van de MIRI ®...
Pagina 26
Figuur 7.23 Weergave temperatuurincubatie Bovenaan zijn er knoppen van 1 tot 6, waar de gebruiker het gewenste compartiment kan kiezen. In dit geval wordt compartiment nummer 1 geselecteerd. Het toont de temperatuurwaarden van de instelpunten, T1 en T7 zones. Een zoomfunctie is beschikbaar door het scherm aan te raken en met de vinger naar links (of met een computermuis) over het gebied te vegen waarop moet worden ingezoomd.
Pagina 27
Door op de CO -knop te drukken, gaat u van de temperatuurgegevensweergave naar de CO gasgegevensweergave. Figuur 7.25 De CO -gegevensweergave De gebruiker kan de historische gegevens van het instelpunt, de concentratie, het debiet en de druk van de CO -gasconcentratie zien.
Pagina 28
Figuur 7.26 De O -gegevensweergave De gebruiker kan historische gegevens zien van het instelpunt van de O -gasconcentratie, de concentratie, de N -gasstroom en -druk. De knop "Alarm" zal de grafische alarmweergave oproepen. Figuur 7.27 De grafische weergave "alarm" Met de knop "Rapporteren" wordt de rapportmodus weergegeven. Alle lopende parameters kunnen eenvoudig worden gedocumenteerd en afgedrukt als een rapport of worden Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren...
geëxporteerd in pdf, Excel of Word voor gemakkelijke naleving van ISO-kwaliteitsbeheer. 7.3.2.8 Functie overzichtsweergave De overzichtsweergave bestaat uit twee verschillende grafische weergaven die de annotaties van de gebruiker in directe vergelijking tonen. In de eerste weergave die wordt geopend, worden de putnummers van 1 tot 14 weergegeven in de bovenste kunstlijnen, van boven naar beneden.
Pagina 30
Figuur 7.29 Alle gedeselecteerde schaalposities in een overzichtsweergave Het tonen van de put op de grafische lijn kan "AAN/UIT" worden geschakeld door ergens op de vermelde annotatie-informatie te drukken. Er wordt een witte rand weergegeven op de putjes die "AAN" zijn en wanneer deze op "UIT" wordt gezet, verdwijnt de lijn. De gebruiker kan de gewenste schaalposities selecteren door erop te klikken.
Pagina 31
Figuur 7.31 Gebeurtenisannotaties zijn uitgelijnd Het is mogelijk om in deze weergave met de selectie te werken. Bij het klikken op putje nummer 1 kan de gebruiker de selectiestatus instellen voor een lijst die wordt geopend (de klik moet op het nummerveld zijn, niet op de hieronder vermelde annotatie-informatie). Figuur 7.32 Optie voor selectie van schaalstatus in een verticale overzichtsweergave Hier kan de status worden ingesteld.
Pagina 32
Figuur 7.33 Horizontale overzichtsweergave Nogmaals, het tonen van de put op de grafische lijn kan "AAN/UIT" worden geschakeld door ergens op de vermelde annotatie-informatie te drukken. Er wordt een witte rand weergegeven op de putjes die "AAN" zijn en wanneer deze op "UIT" wordt gezet, verdwijnt de lijn.
Hier kan de status worden ingesteld. Het verandert de kleur in de annotatieweergave en de schaal-kaart. De status "A" is in de instellingen gekozen om inactief te zijn, dus de afbeelding heeft een donkerder lettertype. De gebruiker kan het niet selecteren. 7.3.2.8.1 Overzichtsweergave embryoscoremodel De gebruiker heeft toegang tot de overzichtsweergave van het embryoscoremodel door op een "Ster"-knop bovenaan de overzichtsweergave te drukken.
Pagina 34
Het geselecteerde embryoscoremodel wordt wit wanneer het wordt geselecteerd. Figuur 7.38 Geselecteerd “Hiërarchisch testmodel” Wanneer het gewenste embryoscoremodel is geselecteerd, wordt de evaluatie van het embryomodel weergegeven en wordt de knop "Opslaan" actief. Figuur 7.39 “Opslaan”-knop Als hierop gedrukt wordt, wordt het embryoscoremodel gekoppeld aan een time-lapse en wordt het onder de lijst met modellen geplaatst.
Pagina 35
Wanneer een embryoscoremodel is geselecteerd en opgeslagen, kan een ander embryoscoremodel niet worden opgeslagen in een time-lapse. Als de gebruiker nog een embryoscoremodel wil toevoegen aan een time-lapse met gekoppelde modellen, moet hij de gekoppelde modellen verwijderen, meerdere gewenste modellen selecteren en ze tegelijk toevoegen. Hiërarchisch scoremodel Bij het gecreëerde hiërarchische scoremodel staat een pijl die naar beneden wijst.
Pagina 36
Zoals te zien is op de afbeelding hierboven, worden veel cijfers achter de komma geschreven. De gebruiker kan de formule van het gewogen scoremodel in de weergave "Instellingen" wijzigen om slechts 3 getallen weer te geven. Figuur 7.43 Gewijzigd gewogen scoremodel om 3 getallen na de komma weer te geven Zoals te zien is in de onderstaande afbeelding, is het opgeslagen model niet gewijzigd, maar de lijst "MODELLEN"...
2. Booleaanse bewerking: − Minder dan: “<” − Minder dan of gelijk aan: “<=” of “≤” − Meer dan: “>” − Meer dan of gelijk aan: “>=” or “≥” − Gelijk aan: “==” − Niet gelijk aan: “!=” of “≠” Een lijst van alle standaardfuncties die het gewogen scoremodel ondersteunt, is te zien in tabel 7.1.
Pagina 38
Figuur 7.45 Het beeld "Exporteren”-optie Wanneer gebruiker video selecteert, verandert weergave videoselectieweergave. Figuur 7.46 De video-exportweergave De time-lapse video die de gebruiker wil exporteren kan hier worden geselecteerd door op het gewenste bronnummer te klikken. In de bovenstaande afbeelding is alleen de 14 geselecteerd.
Pagina 39
De gebruiker kan kiezen waar de geëxporteerde video moet worden opgeslagen. Het resulterende AVI-bestand kan worden afgespeeld in de Open-Source freeware VLC-speler (http://www.videolan.org/vlc/). Windows mediaspeler werkt niet. Het is te wijten aan codec-beperkingen van Microsoft. De gebruiker moet altijd wachten tot de video-export is voltooid. Een afbeelding exporteren: Wanneer u op de knop "Afbeelding"...
Pagina 40
De gebruiker kan kiezen welke informatie hij in de geëxporteerde afbeelding wil opnemen. Het is mogelijk om te kiezen hoe de geëxporteerde foto's worden gegroepeerd. Als u bijvoorbeeld alleen het time-lapse-nummer selecteert, wordt er een nieuwe map "MTL- DEMO-XXX-XXXX" gemaakt en worden er foto's in geplaatst. Als er niets is geselecteerd, worden alle foto's in de hoofdmap geplaatst.
Pagina 41
Hoe een rapport exporteren: Wanneer u op de knop "Exporteren" klikt, worden 3 opties weergegeven waarbij kan worden gekozen tussen het maken van de video, de afbeelding of het rapport. In dit geval moet de gebruiker op de knop "Rapport" drukken. Figuur 7.50 Weergave “Rapport”...
Pagina 42
Figuur 7.51 Weergave laden van rapporten Het kan even duren voordat het rapport is geladen. Figuur 7.52 Time-lapse-rapportweergave (algemene pagina) In de onderstaande afbeelding zijn alle ontwikkelingsafbeeldingen opgenomen toen gebeurtenissen werden geannoteerd. Wanneer het time-lapse-rapport wordt gegenereerd, worden automatisch afbeeldingen met metingen toegevoegd. Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...
Pagina 43
Figuur 7.53 Afbeeldingen met meting in een gegenereerd time-lapse-rapport In de onderstaande afbeelding staan alle annotatieoverzichtsmatrices. Figuur 7.54 Time-lapse-rapportweergave (annotaties) Alle nieuwe aanvullende informatie (d.w.z. uitkomsten, vruchtzakjes, enz.) wordt ook opgenomen in het time-lapse-rapport (Fig. 7.54). Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...
7.3.2.10 Beeldvoorinstellingen Op het hoofdscherm van de MIRI IVF incubator met meerdere kamers uit de TL-familie ® rechtsboven staat een nieuwe knop "Tools". Figuur 7.55 Knop “Tools” in het hoofdscherm van de MIRI IVF incubator met meerdere kamers uit de TL- ®...
Pagina 45
Figuur 7.56 Tool voor beeldverbetering Standaard worden bij de tool voor beeldverbetering drie voorinstellingen voor afbeeldingen weergegeven: • #1 Voorinstelling – contrastverbetering; • #2 Voorinstelling – randverbetering; • #3 Voorinstelling – bubbelverbetering. Elke geselecteerde afbeeldingsvoorinstelling wordt toegepast op alle time-lapse- afbeeldingen die zichtbaar zijn in time-lapse- en vergelijkingsweergaven.
Figuur 7.57 Actieve #1 Voorinstelling; #2 Voorinstelling en #3 Voorinstelling 7.3.2.10.1 Geavanceerde instellingen Nadat u op de gewenste voorinstelling heeft gedrukt, wordt een knop "Geavanceerd" actief, waarmee de gebruiker toegang heeft tot meer geavanceerde instellingen voor beeldverbetering. Figuur 7.58 Geavanceerde instellingen voor beeldverbetering De geavanceerde instellingen voor beeldverbetering verschijnen aan de linkerkant van het scherm.
Pagina 47
Figuur 7.59 #1 Voorinstelling geavanceerde instellingen Elke instelling voor beeldverbetering bevat een "AAN/UIT"-knop die beeldverbetering onmiddellijk in- of uitschakelt. De standaardinstellingen #1, #2 en #3 kunnen niet worden gewijzigd of aangepast. Wanneer de knop "Contrast aanpassen" wordt ingedrukt, verschijnen er twee nieuwe opties: "Helderheid", die kan worden aangepast van -1,00 tot 1,00 en "Contrast", die kan worden aangepast van 0,00 tot 2,00.
Pagina 48
Figuur 7.61 Instellingen verscherpen Wanneer de knop "Monochroom" wordt ingedrukt, heeft de gebruiker de mogelijkheid om een kleurfilter toe te passen. De gebruiker kan kiezen uit de beschikbare standaardkleuren of een eigen kleur maken. Figuur 7.62 Standaard kleurinstellingen Figuur 7.63 Geavanceerde kleurinstellingen Wanneer de knop "Reliëf"...
Wanneer de knop "Bevroren outline" wordt ingedrukt, verschijnen er twee nieuwe opties: "Breedte", die kan worden aangepast van 150 tot 650 en "Hoogte", die kan worden aangepast van 150 tot 400. Figuur 7.65 Instellingen voor Bevroren outline De gebruiker kan ook een filter "Kleur omkeren" gebruiken. Het heeft geen extra instellingen. Figuur 7.66 Kleurinstellingen omkeren 7.3.2.10.2 Aanmaken van afbeeldingsvoorinstellingen Bij het maken van een nieuwe afbeeldingspreset kan de gebruiker een naam maken en een...
Pagina 50
Figuur 7.68 “AAN/UIT”-knop Na het toepassen van de gewenste instellingen voor beeldverbetering, kan de gebruiker een nieuwe beeldvoorinstelling toevoegen door op de knop "Nieuwe voorinstelling toevoegen" te drukken. Figuur 7.69 “Nieuwe voorinstelling toevoegen”-knop Nadat de nieuwe afbeeldingsvoorinstelling is opgeslagen, verschijnt deze aan de linkerkant van het scherm, boven de standaard afbeeldingsvoorinstellingen.
Pagina 51
Figuur 7.71 Knop “Wijzigingen opslaan” Als de gebruiker een andere afbeeldingsvoorinstelling wil maken na het toepassen van andere instellingen voor beeldverbetering, kan dit worden gedaan door op de knop "Nieuwe voorinstelling toevoegen" te drukken, zoals beschreven in Figuur 7.69. Als de gebruiker de gemaakte voorinstelling voor afbeeldingen wil verwijderen, kan dit worden gedaan door op de knop "Voorinstelling verwijderen"...
Figuur 7.75 “Reset”-knop Het totale aantal afbeeldingsvoorinstellingen dat is toegepast op de time-lapses is 11 (inclusief 3 standaard afbeeldingsvoorinstellingen). Figuur 7.76 Maximaal aantal beeldvoorinstellingen. 7.4 Patiënten 7.4.1 Patiëntenlijstweergave In de patiëntweergave kan een lijst worden bekeken van de patiënten die in het systeem zijn ingevoerd.
Pagina 53
Er is nu een mogelijkheid om patiënten te filteren op hun laatste behandelresultaat. De optie bevindt zich boven aan het scherm in de weergave Patiëntenlijst. Figuur 7.78 Filtratie van laatste resultaat Er is ook een nieuw toegevoegde kolom "Laatste resultaat" in de lijst met patiëntenbehandelingen.
Pagina 54
Er zal een grote knop "Time-lapses" rechts onder de specifieke patiënt zijn. Figuur 7.81 Geselecteerde patiëntweergave Door op de knop "Time-lapses" te drukken, wordt de lijst met time-lapses voor de geselecteerde patiënt geopend. Figuur 7.82 Geselecteerde time-lapse-weergave van de patiënt Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...
7.4.2 Patiëntweergave Dubbelklikken op de gewenste patiënt opent de geselecteerde patiëntweergave. Figuur 7.83 Geselecteerde patiëntweergave Rechtsonder in het scherm is er een knop "Bewerken". De specifieke patiëntweergave bevat database-informatie over de patiënt. Alle gegevens kunnen hier worden bewerkt of toegevoegd als ze bij het aanmaken van de patiëntgegevens leeg zijn gelaten.
Pagina 56
Figuur 7.84 Venster voor het aanmaken van een nieuwe patiënt Er kunnen verschillende gegevens over de patiënt worden ingetypt: • Code # (identificatienummer – indien leeg gelaten, zal het systeem een unieke code toewijzen) • Naam (moet worden opgegeven) • Geboortedatum (gebruikerskalenderfunctie om de datum in te stellen) •...
Pagina 57
De geboortedatum wordt ingevoerd met behulp van de kalenderfunctie die opent wanneer erop wordt gedrukt. Figuur 7.85 Geboortedatum invoer De meeste informatie in de database is vrijwillig in te voeren, behalve de naam van de patiënt. Het systeem waarschuwt als de benodigde informatie niet is ingevoerd. Figuur 7.86 Waarschuwingsinformatie Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren...
Pagina 58
De knop "Opslaan" in de rechterbenedenhoek slaat de verstrekte informatie op. Door op de “Partner” te drukken verschijnt een weergave waar gegevens voor de partner kunnen worden ingevoerd. Figuur 7.87 Informatie over partnervenster De naam en geboortedatum kunnen worden ingevuld. De knop "Opslaan" in de rechterbenedenhoek slaat de informatie op.
Door op "Contact" te drukken, verschijnt een weergave waarin gedetailleerde contactgegevens kunnen worden ingevoerd. Figuur 7.88 Venster contactgegevens Er kunnen verschillende telefoonnummers, e-mailadressen en adressen worden ingevoerd. De knop "Opslaan" in de rechterbenedenhoek slaat de informatie op. Wanneer een patiënt is toegevoegd aan de database, is de informatie beschikbaar in de lijst in de hoofdweergave van de patiënt.
Pagina 60
Figuur 7.89 Weergave geselecteerde patiëntbehandeling Door op de "Plus"-knop te drukken, wordt het nieuwe behandelvenster geopend. Figuur 7.90 Nieuw behandelvenster De “Plus”-knop in het onderste paneel opent meer mogelijkheden voor het invoeren van specifieke informatie over de behandelingen van de patiënt. Het gedeelte “Algemeen”...
Pagina 61
Figuur 7.91 Sectie “Medicatie” toegevoegd In deze rubriek kan de informatie over de medicatie ingevuld worden: • Medicatieprotocol • Medicatiemerk • Eicel-triggering • FSH-dosis • Opmerkingen (vrij tekstveld) Onder aan de weergave voor het maken van behandelingen worden de rest van de secties met informatie over de behandeling nog steeds weergegeven.
Pagina 62
Figuur 7.92 Sectie "Eicellen" toegevoegd In deze rubriek kan de informatie over de eicellen worden ingevuld: • Eicel-bron • Eicelkwaliteit • Oogstdatum • Het veld voor het noteren van de splitsing tussen geoogst, gerijpt en niet-gerijpt • Opmerking (vrij tekstveld). Bewaar de informatie die is ingevoerd onder de sectie "Eicellen"...
Pagina 63
Figuur 7.93 Sectie "Kweek" toegevoegd In deze sectie kan de informatie over de kweek worden ingevoerd: • Kweektype • Opmerking (vrij tekstveld) Bewaar de informatie die is ingevoerd onder het gedeelte "Kweek" door op de knop "Opslaan" te drukken. Nogmaals, de lijst van de "Plus"-knop wordt verkleind en de sectielijst onder behandelingen wordt vergroot met de nu geopende sectie "Kweek".
Pagina 64
Door op de "Plus"-knop onder "Inseminatie" te drukken, wordt het inseminatiegedeelte geopend. Figuur 7.94 Sectie “Inseminatie” toegevoegd In deze rubriek kan de informatie over inseminatie worden ingevuld: • Inseminatietype (IVF, ICSI) • Datum • Opmerking (vrij tekstveld) De inseminatietijd moet correct worden ingevoerd voor een latere zinvolle analyse van de time-lapse-gegevens.
Pagina 65
De laatst overgebleven "Plus"-knop onder het "Resultaat" opent het resultaatgedeelte. Figuur 7.95 Sectie "Resultaat" toegevoegd In deze sectie kan de informatie over het resultaat worden ingevoerd: • Overdrachtsdatum • Overdracht opmerking (vrij tekstveld) • Geassisteerd uitkomen (uitgeschakeld – nee – ja) •...
Dit kan worden gedaan door op de rood gemarkeerde "X"-knop in de onderstaande afbeelding te drukken. Figuur 7.96 Knop "Wissen” 7.4.4 Weergave time-lapse maken Onder de behandelweergave voor de specifieke patiënt is het mogelijk om een nieuwe time- lapse te starten. Figuur 7.97 Knop "Time-lapse toevoegen"...
Pagina 67
Figuur 7.98 Selecteer het apparaat waarin de time-lapse wordt verzonden Eén behandeling kan maar één time-lapse hebben. Als de gebruiker meer time- lapses voor de patiënt wil toevoegen, moet een nieuwe behandeling worden toegevoegd. Er moet eerst een time-lapse gemaakt worden op de TL Viewer en verzonden worden naar de MIRI TL6 en MIRI TL12 IVF incubator met meerdere kamers om te...
Pagina 68
Als de time-lapse is gemaakt, ziet de behandelpagina er als volgt uit en door op de knop "Time-lapse" te drukken, wordt de time-lapse-weergave getoond: Figuur 7.99 Behandelingsoverzicht wanneer de time-lapse is gemaakt Door op de knop "Time-lapse" te drukken, wordt de time-lapse-weergave getoond. Figuur 7.100 De time-lapse weergave van een specifieke patiënt Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren...
7.5 Incubatoren Door op een "Incubator"-knop in de hoofdweergave te drukken, wordt een nieuw venster geopend waarin de gebruiker alle MIRI IVF incubatoren met meerdere kamers uit de TL- ® familie kan zien die ooit zijn aangesloten op de Viewer-software van de MIRI IVF incubator ®...
Pagina 70
Figuur 7.102 "DEMO" incubator is uitgeschakeld Door te dubbelklikken op de geselecteerde incubator gaat u direct naar de incubatiegegevenslogweergave van de incubator. In de onderstaande afbeelding worden de incubatiegegevens van de temperatuur van het 4 compartiment weergegeven. Figuur 7.103 Incubatiegegevenslogweergave "DEMO" incubatortemperatuur Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...
Er zijn hier een paar extra opties. In de rechterbovenhoek van het scherm kan de gebruiker de gegevens verschuiven naar de huidige maand door op de knop "Maand" te drukken, de huidige week door op de knop "Week" te drukken en de huidige dag door op de knop "Dag" te drukken.
wordt geleverd, maar moet worden ingesteld op de voorkeuren en behoeften van de unieke gebruiker. Wanneer u op de knop "Instellingen" drukt, wordt de instellingenweergave geopend, die de secties "Annotaties" en "Embryostatussen" bevat. Figuur 7.106 Instellingenweergave Het toont de groepen annotaties. Een groep kan worden toegevoegd door op de knop "+" te drukken, de laagste van de groeperingen.
Pagina 73
Figuur 7.107 Instellingen – annotaties – weergave gebeurtenissen Hier zijn de gebeurtenissen te zien die uit de annotatiegroep bestaan. In de bovenstaande afbeelding wordt 2 weergegeven (tijd tot het tweecellige stadium). Het wordt aangeduid als "actief", wat betekent dat het zal worden gebruikt in de annotatiemodus. Het heeft de kleur rood gekregen (de kleur die wordt weergegeven in de context waarin t2 voorkomt).
Figuur 7.108 Instellingen – annotaties – symmetrieweergave Gebeurtenissen hebben ook gedrag dat bepaalt hoe ze reageren op annotaties. Zo komt t2 maar één keer voor, wat betekent dat het praktisch is om uit de lijst met gebeurtenissen te verdwijnen als er eenmaal een waarde (geannoteerd) aan is toegekend. Dit gedrag wordt "Single"...
Pagina 75
Figuur 7.109 Actieve nieuwe embryostatus Figuur 7.110 Inactieve "abnormale" embryostatus De creatie van een nieuwe embryostatus bestaat uit 4 statussen: 1. Mogelijkheid om de gecreëerde embryostatus te activeren/deactiveren. 2. “Sleutel” – één symbool, dat de geselecteerde put op een “schaal-kaart” aangeeft. Het moet uniek zijn en niet overlappen met bestaande.
7.6.3 Scoremodellen Met de 1.20.0.0 Viewer-versie van de MIRI IVF incuabtor met meerder kamers uit de TL- ® familie is er een mogelijkheid om embryoscoremodellen te creëren. Er is een nieuwe functie in het menu "Instellingen", "Scoremodellen". Figuur 7.111 Scoremodellen Een scoremodelinvoer wordt weergegeven door op de knop "+"...
Pagina 77
Figuur 7.113 "Hiërarchisch" modeltype Figuur 7.114 "Gewogen" modeltype Het model kan worden geactiveerd of gedeactiveerd door op de knop (rood gemarkeerd) in de onderstaande afbeelding te drukken. Figuur 7.115 Het geselecteerde scoremodel activeren of deactiveren Variabelen maken Naast de knop "Model" is er ook een knop "Variabelen". Een lijst met variabelen wordt weergegeven door erop te drukken.
Pagina 78
Figuur 7.116 Vermelde "Variabelen" uit de annotatielijst Door op de knop "+" te drukken, kan de gebruiker een nieuwe variabele maken door de naam en formule in te voeren. Figuur 7.117 Nieuwe variabele aanmaken De variabelenaam mag niet uit symbolen bestaan, bijvoorbeeld "+", "-", "/", enz. Als het symbool wordt gebruikt, wordt het vak rood omcirkeld.
Pagina 79
Wanneer het veld "Formule" tekst bevat om de weergave van de lijst met gebeurtenissen op te roepen, moet de toets "Spatie" worden gebruikt. Anders moet de gebruiker de naam van de annotatiegroep, het onderstrepingsteken en de annotatienaam schrijven (bijv. events_t2). Figuur 7.119 Formule maken zonder op de “spatie”-toets te drukken Het rode vierkantje rond "Formule"...
Druk op de knop "Opslaan" onderaan het scherm. Als alles correct is ingevuld, verschijnt het bericht "Opgeslagen"; zo niet, dan verschijnt het bericht "Scoremodelvariabelen bevat fouten". 7.6.3.1 Hiërarchische scoremodellen Het eerste wat de gebruiker moet doen, is een naam invoeren voor het hiërarchische embryoscoremodel.
Pagina 81
Figuur 7.122 Nieuwe voorwaardelijke of resultaatknooppunt maken Een "Voorwaardelijke"-invoer verschijnt wanneer op "Voorwaardelijk knooppunt toevoegen" wordt gedrukt. Figuur 7.123 Kiesbare voorwaarden De gebruiker kan kiezen uit zeven voorwaarden: gelijk aan (symbool “=”), niet gelijk aan (symbool “!=”), meer dan (symbool “>”), meer dan of gelijk aan (symbool “>=”), minder dan ( symbool “<”), minder dan of gelijk aan (symbool “<=”) en Bereik.
Figuur 7.124 "Meer dan"-voorwaarde en annotatie-opties Alleen die annotaties worden weergegeven waarvan het gedrag van de annotatiegroep "Single" of "Alle" is. Figuur 7.125 Mogelijke annotaties “Gedrag”-opties Hiërarchisch scoremodel kan geen twee afzonderlijke voorwaardelijke knooppunten in één scoremodel hebben. Het kan meerdere voorwaardelijke knooppunten hebben, maar ze moeten aan elkaar worden gekoppeld.
Pagina 83
Figuur 7.126 De variabele "cc2" is ingesteld op meer dan 10 Wanneer het voorwaardelijke knooppunt is gemaakt, is de volgende stap het maken van een resultaatknooppunt, wat de gebruiker kan doen door met de rechtermuisknop op het gebied van een knooppunt te drukken en de actie "Resultaatknooppunt toevoegen" te kiezen. Figuur 2.127 Venster "Resultaatknooppunt toevoegen”...
Figuur 7.129 Voorwaardelijk knooppunt met 2 resultaatknooppunten Nadat de resultaatknooppunten zijn gemaakt, moet het voorwaardelijke knooppunt aan elk resultaatknooppunt worden gekoppeld. Het kan worden gekoppeld door met de linkermuisknop op de vierhoek van het voorwaardelijke knooppunt te drukken en vervolgens de verschenen lijn naar de cirkel in het resultaatknooppunt te verplaatsen. Figuur 7.130 Voorwaardelijk knooppunt met verbonden "Acceptabel"...
Pagina 85
Figuur 7.131 De koppeling tussen voorwaardelijke en resultaatknooppunten verwijderen Het voorwaardelijke of resultaatknooppunt kan worden verwijderd door met de rechtermuisknop op het geselecteerde knooppunt te drukken. Een mogelijke actie "Knooppunt verwijderen" wordt weergegeven. Figuur 7.132 "Acceptabel" resultaatknooppunt verwijderen Er zijn twee verschillende manieren waarop de gebruiker ongewenste knooppunten kan verwijderen.
Figuur 7.134 Alle geselecteerde knooppunten verwijderen De tweede methode is door één voor één op de gewenste knooppunten te klikken terwijl u de "Ctrl" -toets ingedrukt houdt. Nadat alle knooppunten zijn geselecteerd, herhaalt u de bovenstaande verwijderingsstap. 7.6.3.1.4 Extra functies Door de rechtermuisknop op de celbox ingedrukt te houden, kan de gebruiker de weergave van de embryoscore verplaatsen.
Door op de knop "Reset" te drukken, keert de weergave terug naar de oorspronkelijke aanmaakfase. Figuur 7.137 De initiële scoremodelweergave resetten De knooppunten kunnen in alle celvensters worden verplaatst door ze te selecteren en eenvoudig te verplaatsen met de muistoets. Meerdere knooppunten (geselecteerd terwijl de "Ctrl"-toets ingedrukt wordt gehouden) zullen gelijktijdig bewegen.
Pagina 88
Figuur 7.139 Een naam geven aan het model voor de gewogen embryoscore Door op de letter "e" in het vak "Score" te drukken, verschijnt er een lijst waar de gebruiker de gewenste gebeurtenis kan kiezen in plaats van alles op te schrijven. Figuur 7.140 Nieuwe score aanmaken Dezelfde regels zijn van toepassing op het maken van een “Score”-formule als bij het maken van de “Variabelen”-formule.
Figuur 7.141 Nieuwe score aanmaken zonder de spatietoets te gebruiken Het rode vierkantje rond “Score” zal verdwijnen als de scoreformule correct is geschreven. Figuur 7.142 Nieuwe score aanmaken met de “Spatie”-toets 7.6.3.3 De scoremodellen verwijderen Het gemaakte embryoscoremodel kan worden verwijderd door op de knop "Prullenbak" naast het "Modeltype"...
Figuur 7.144 Foutmelding bij het verwijderen van het embryoscoremodel dat is toegewezen aan een time- lapse De "X"-knop onderaan het scherm keert terug naar de hoofdweergave "Scoremodellen". 8 Technische assistentie Neem voor meer informatie contact op met Esco Medical of de plaatselijke vertegenwoordiger. Gebruikershandleiding voor de Viewer-software voor de MIRI IVF incubatoren ®...