7 Functiecontrole
6.4 Ademslang hygiënisch voorbereiden
Materiaalschade door binnendringende vloeistoffen!
Binnendringende vloeistoffen kunnen het apparaat beschadigen.
⇒
Ademslang alleen volkomen droog gebruiken.
1. Ademslang volgens de volgende tabel hygiënisch voorbereiden.
REINIGING
Met warm water en
afwasmiddel
2. Ademslang met helder water afspoelen en grondig afschudden.
3. Ademslang drogen.
Wanneer u een verwarmbare ademslang gebruikt, let dan op de
gebruiksaanwijzing van de ademslang.
7 Functiecontrole
Voer na ieder hygiënische voorbereiding, na ieder reparatie, echter tenminste iedere 6
maanden een functiecontrole uit.
1. Apparaat op uiterlijk herkenbare beschadigingen controleren.
2. Stekker en kabel op uiterlijk herkenbare beschadigingen controleren.
3. Componenten op correcte aansluiting aan het apparaat controleren.
4. Apparaat op de stroomvoorziening aansluiten en inschakelen
opstellen en aansluiten", pagina
5. Wanneer softSTART actief is: softSTART-toets
breken.
6. Opening van het ademmasker afsluiten.
7. Weergegeven druk in het display vergelijken met de voorgeschreven druk.
8. Wanneer een van de punten niet in orde is of de drukafwijking > 1 hPa is:
Apparaat niet gebruiken en contact opnemen met uw vakhandel.
DESINFECTIE
Dompeldesinfectie
(aanbeveling: gigasept FF
13).
STERILISATIE
Niet toegestaan
®
)
(zie „4.1 Apparaat
indrukken, om softSTART af te
|
NL
25