Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken,
schakelt u het selectievakje uit.
[NTP-servernaam]
Voer het IP-adres van de NTP of de SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u een
hostnaam (of FQDN) invoeren die bestaat uit alfanumerieke tekens. (Voorbeeld: ntp.example.com).
[Pollinginterval]
Geef het interval op tussen opeenvolgende synchronisaties.
6
Klik op [OK].
7
Start het apparaat opnieuw op.
Communicatie met de NTP-/SNTP-server testen
●
U kunt de status van de communicatie bij de geregistreerde server zien door op [Instellingen/registratie]
[Netwerkinstellingen]
tot stand is gebracht, wordt het resultaat weergegeven, zoals dat hieronder wordt getoond. NB Deze
bedieningshandeling past de systeemklok niet aan.
Het apparaat beheren vanuit de Apparaatbeheersystemen
U kunt allerlei gegevens van netwerkapparatuur verzamelen en beheren door software voor apparaatbeheer, zoals iW
*
Management Console
, te integreren in het netwerk. Informatie zoals apparaatinstellingen en foutenlogboeken wordt
opgehaald en gedistribueerd via de servercomputer. Als het apparaat is verbonden met een dergelijk netwerk,
gebruikt iW Management Console protocollen zoals SLP (Service Location Protocol) om het apparaat te zoeken in het
netwerk en er informatie over te verzamelen, waaronder de status van de stroomvoorziening. SLP-instellingen kunt u
opgeven via de UI op afstand. Dit gedeelte beschrijft ook hoe u communicatie-instellingen tussen het apparaat en
plug-ins voor iW Management Console configureert.
*
Neem voor meer informatie over iW Management Console contact op met de officiële Canon-dealer ter plaatse.
iW Management Console-plug-ins gebruiken
●
U moet de speciale poortinstelling en de SNMP-instellingen inschakelen. Voor SNMP-instellingen stelt u
[MIB-toegangspermissie] in op [Lezen/schrijven] voor zowel SNMPv1 als SNMPv3.
<Gebruik speciale poort>/<Instellingen speciale poort>(P. 330)
De machine bewaken en bedienen met SNMP(P. 74)
Instellen
Start het apparaat opnieuw op(P. 104)
[Controleer NTP-server] in [SNTP-instellingen] te klikken. Als een goede verbinding
79