<Menu>
<Functie-
instellingen>
Selecteer <Uit> of <Aan>
<Resolutie>
Geef de afdrukresolutie op voor het verwerken van de afdrukgegevens.
<1200 dpi>
<600 dpi>
<Menu>
<Functie-
instellingen>
<1200 dpi> of <600 dpi>
<Lay-out>
Kies deze optie om instellingen op te geven voor de paginalay-out, zoals de inbindpositie en marges.
<Inbindlocatie>
Als u de afdrukken wilt inbinden met een hulpmiddel zoals een nietapparaat, moet u met behulp van dit item
opgeven of u wilt inbinden over de lange of de korte zijde. Geef de instelling van dit item op in combinatie
met <Rugmarge>, dat de inbindmarge opgeeft om de inbindpositie toe te passen.
<Lange zijde>
<Korte zijde>
<Menu>
<Functie-instellingen>
out>
<Inbindlocatie>
<Lange zijde>
Geef op dat u wilt inbinden over de lange papierzijde.
<Korte zijde>
Geef op dat u wilt inbinden over de korte papierzijde.
Overzicht van menuopties
<Printer>
<Printerinstellingen>
<Printer>
<Printerinstellingen>
<Printer>
Selecteer <Lange zijde> of <Korte zijde>
361
<Afdrukkwaliteit>
<Beeldverfijning>
<Afdrukkwaliteit>
<Resolutie>
<Printerinstellingen>
<Lay-
Selecteer