De afdrukpositie aanpassen
Als het document excentrisch of buiten het afdrukbereik wordt afgedrukt, moet u de afdrukpositie aanpassen. U kunt
de afdrukpositie voor iedere papierbron aanpassen: in het bereik -5,0 mm tot +5,0 mm in stappen van 0,1 mm.
De aan te passen richting en afstand controleren
Als u de afdrukpositie aanpast, geef dan de richting op met "+" en "-" en de afstand met behulp van "mm". Voor
<Verticaal aanpassen (voorkant)>/<Vert. aanp. (achterk.)> geeft u een waarde met een "+" teken op om de
afdrukpositie in de boven-naar-beneden richting te verschuiven. Voor <Hor. aanp. (voork.)>/<Hor. aanp.
(achterk.)> geeft u een waarde met een "+" teken op om de afdrukpositie in de links-naar-rechts richting te
verschuiven. Om in tegenovergestelde richting te verschuiven, geeft u een waarde met een "-" teken op.
<Verticaal aanpassen (voorkant)>/<Vert. aanp. (achterk.)>
1
Selecteer <Menu> in het scherm Start.
2
Selecteer <Aanpassing/onderhoud>
3
Selecteer <Afdrukpositie aanpassen>.
4
Selecteer de papierbron.
●
Wanneer de optionele cassette feeding module is geïnstalleerd, wordt zijn papierlade ook weergegeven.
5
Selecteer de combinatie van instellingsrichting en afdrukzijde.
Onderhoud
<Hor. aanp. (voork.)>/<Hor. aanp. (achterk.)>
Het scherm Start(P. 108)
<Beeldkwaliteit aanpassen>.
424
5YJL-06L