3
Klik op [OK].
WSD configureren
1
Selecteer [WSD-instellingen]
2
Configureer de instellingen.
[Gebruik WSD-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het
selectievakje uit.
[Gebruik WSD-bladeren]
Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit
selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken]
inschakelt.
[Gebruik Multicast Discovery]
Schakel dit selectievakje in als het apparaat moet reageren op multicast-discovery-opdrachten. Als het
selectievakje is uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs als er multicast-discovery-
berichten worden verstuurd in het netwerk.
3
Klik op [OK].
5
Start het apparaat opnieuw op.
Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel
●
De instellingen voor LPD, RAW en WSD zijn ook bereikbaar via <Menu> in het scherm Start.
<LPD-instellingen>(P. 326)
<RAW-instellingen>(P. 326)
<WSD-instellingen>(P. 327)
WSD-netwerkapparaten configureren
●
De WSD-netwerkapparaten kunnen worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap (
printermap weergeven(P. 472) )
aanwijzingen op het scherm. Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma voor het
WSD-netwerk, raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma´s op de website voor de
handleidingen.
Instellen
[Bewerken].
Start het apparaat opnieuw op(P. 104)
, klik op [Een apparaat toevoegen] of [Een printer toevoegen] en volg de
53
De