<Menu>
<Toegangsinstellingen opgesl. bestanden>
volgorde voor het weergeven van bestanden
<Weergavestijl bestandsnaam>
Geef aan of u korte of lange namen wilt weergeven voor bestanden op een USB-geheugenapparaat.
<Korte bestandsnaam>
<Lange bestandsnaam>
<Menu>
<Toegangsinstellingen opgesl. bestanden>
bestandsnaam> of <Lange bestandsnaam>
<Korte bestandsnaam>
Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal acht tekens. Om een onderscheid te maken
tussen bestanden met gelijksoortige namen, worden er nummers als "
de bestandsnamen.
<Lange bestandsnaam>
Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal 40 tekens.
●
Het aantal tekens hierboven is exclusief de tekens in bestandsextensies, zoals ".jpg".
<Instellingen geheugenmedia>
Schakel de functies van een USB-geheugenapparaat in of uit.
<Gebruik afdrukfunctie>
Geef aan of gegevens mogen worden afgedrukt die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat dat is
aangesloten op het apparaat.
<Uit>
<Aan>
Overzicht van menuopties
<Functie-instellingen>
<Functie-instellingen>
Beperkingen instellen voor het afdrukken via USB(P. 267)
<Bestanden gebruiken>
<Standaardinst. bestandssort.>
<Bestanden gebruiken>
<Weergavestijl bestandsnaam>
~
1" of "
391
<Algemene instellingen>
Selecteer de
<Algemene instellingen>
Selecteer <Korte
~
2" toegevoegd aan het einde van