AirPrint gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de instellingen die nodig zijn om AirPrint te gebruiken en de te verrichten procedures bij
gebruik van Apple toestellen.
AirPrint instellingen
AirPrint-instellingen configureren(P. 202)
Het scherm voor AirPrint weergeven(P. 205)
Functies van AirPrint
Afdrukken met AirPrint(P. 207)
Problemen oplossen
Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is(P. 210)
AirPrint-instellingen configureren
U kunt gegevens registreren die worden gebruikt voor het identificeren van de machine, zoals de naam van de
machine en de installatielocatie. U kunt ook het afdrukken via AirPrint uitschakelen op de machine. U gebruikt de UI
op afstand om deze instellingen te wijzigen.
●
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt
via de externe UI, raadpleegt u
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
afstand starten(P. 273)
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina.
UI(P. 274)
●
Als u een mobiel apparaat gebruikt, zoals een iPad, iPhone of iPod touch, moet u "klikken" hieronder lezen
als "tikken".
3
Selecteer [Netwerkinstellingen]
4
Klik op [Bewerken].
Koppelen aan mobiele apparaten
Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 282) .
[AirPrint-instellingen].
202
De UI op
Scherm van externe
5YJL-03U