<Open systeem>
Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd.
<Gedeelde sleutel>
Gebruik de WEP-sleutel als wachtwoord.
Wanneer <Open systeem> is geselecteerd
●
Wanneer u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op
als op de draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld. In dat geval wordt de
instelling automatisch gewijzigd in <Gedeelde sleutel> en wordt er opnieuw geprobeerd verbinding te
maken.
3
Selecteer de WEP-sleutel die u wilt wijzigen.
Model aanraakscherm
●
Selecteer de WEP-sleutel (1 tot 4) en selecteer <Bewerken>.
Model zwart-wit LCD
●
Selecteer <WEP-sleutel bewerken>
●
U kunt maximaal vier WEP-sleutels opslaan.
4
Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven.
●
Voer de netwerksleutel in, en selecteer <Toepassen>.
5
Selecteer de gewenste WEP-sleutel.
Model aanraakscherm
●
Selecteer de WEP-sleutel die u hebt bewerkt en selecteer <Registreren>.
Model zwart-wit LCD
●
Selecteer <Selecteer WEP-sleutel>
WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken
1
Selecteer <WPA/WPA2-PSK>.
2
Selecteer een encryptiemethode.
<Automatisch>
Instellen
WEP-sleutel (1 tot 4).
de WEP-sleutel die u hebt gewijzigd.
38