Montage
Apparaat op elektriciteitsnet aansluiten
NL
Het apparaat heeft geen hoofdschakelaar.
Daarom moet het apparaat zodanig
worden opgesteld dat de netstekker goed
toegankelijk is en indien nodig kan
worden uitgetrokken.
Voorwaarden:
ü Correct geïnstalleerd stopcontact in de buurt
van het apparaat aanwezig (let op max. lengte
van het netsnoer)
ü Stopcontact goed toegankelijk
ü Netspanning komt overeen met de gegevens
op het typeplaatje van de netvoeding
Passende landenadapter op de netvoeding
❯
aanbrengen.
Afdekking aan de achterkant van het apparaat
❯
verwijderen.
Aansluitstekker van de netvoeding in de
❯
aansluiting van het apparaat steken.
22
Kabel met de kabelclip bevestigen.
❯
2
Netadapter in het stopcontact steken.
❯
Afdekking weer aanbrengen.
❯
Bij gebruik van het apparaat in de
patiëntomgeving moet de afdekking aan
de achterkant gemonteerd zijn.
7.7
Apparaat op de netvoeding
aansluiten
Doel van de netwerkverbinding
Met de netwerkverbinding worden gegevens of
stuursignalen tussen het apparaat en een op een
computer geïnstalleerde software uitgewisseld,
om bijv. :
– Parameters weer te geven
– Bedrijfsmodi selecteren
– Meldingen en foutsituaties te signaleren
– Instellingen van het apparaat te wijzigen
– Testfuncties te activeren
– Gegevens voor het archiveren over te dragen
– Documenten voor de apparaten beschikbaar
te maken
Het apparaat kan met een netwerkkabel of via
WLAN met het netwerk worden verbonden.
Voor informatie over de aansluiting via
WLAN, zie "8.1 Apparaat installeren en
configureren".
2142100002L14 1908V007
1