5610 Gebruikershandleiding
Modus voor afgekort programmeren
1. Druk op
Admin of
2. Het Admin of Admin1-menu verschijnt als volgt:
Admin pagina's
Met uitzondering van Expl1?, zijn de weergegeven namen ook de functies die u aan sneltoetsen
kunt toewijzen. Als Admin is geselecteerd, kunt u de volledige naam van de functie weergeven
door op Expl? te klikken.
Zie
Modus voor volledig
Admin1 Pagina
3. Gebruik op de Admin-pagina's de
4. Als de gewenste functie wordt weergegeven, druk op de
5. Als het voor deze functie noodzakelijk is om gegevens in te voeren, wordt [ onderin het display
weergegeven. Voer de gegevens in met behulp van het numerieke toetsenblok van de telefoon.
6. Het bovenste gedeelte van het display geeft de functies weer die momenteel aan elke
toets zijn toegewezen.
7. Selecteer de displaytoets voor de programmering van de nieuwe functie door op de
toets te drukken.
•
Opgelet: Selecteer niet het slot dat wordt gebruikt voor de Admin-functie.
Door deze functie met een andere te vervangen wordt de telefoon vergrendeld tegen
verdere programmering totdat deze weer opnieuw wordt ingesteld via het
telefoonsysteem.
8. Als het displayslot niet reeds in gebruik is, wordt op het display KNOP GEPROGRAMMEERD!
weergegeven.
•
Druk op
•
Druk op
9. Als het displayslot reeds een andere geprogrammeerde functie heeft, wordt op het display
FUNCTIE OP KNOP weergegeven. Druk op de
zijn langs de rechter zijkant van het display.
•
Druk op Repla
geprogrammeerd. Op het display verschijnt KNOP GEPROGRAMMEERD! zoals
hierboven.
•
Druk op Keep
functie te vergeten.
D i t d o c u me n t wo r d t u a a n g e b o d e n d o o r T e l e c o mH u n t e r . D é z a k e l i j k e T e l e c o m we b s h o p .
30
T 0 8 8 7 4 6 3 4 4 4 | @ s a l e s @T e l e c o mH u n t e r . n l | www. T e l e c o mH u n t e r . n l
Admin 1. Zie
Programmeren van displaytoetsen
programmeren.
en
toetsen om door de lijst met functies te bladeren.
AFSLUITEN om het programmeren af te sluiten.
Cont om door te gaan met het programmeren van andere functies.
om de bestaande functie te vervangen met de functie die zojuist is
om de bestaande functie te behouden en de zojuist geprogrammeerde
toets naast de naam.
of
toets totdat Repla, Keep en Delet te zien
en
en