Stap-
Controlestap
nummer
7
Maakt het product afdrukken
vanaf de computer?
Gebruik een tekstverwerker om
een afdruktaak naar het
product te verzenden.
8
Kunt u vanaf het product
naar de computer scannen?
Start een scan vanuit de
basissoftware op uw computer.
9
Herkent het apparaat een
geheugenkaart en kan vanaf
de kaart worden afgedrukt?
Een geheugenkaart plaatsen
en een indexpagina afdrukken.
Zie
Een vel met miniaturen van
een geheugenkaart afdrukken
op pagina
165.
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle instellingen gewijzigd in de
standaardinstellingen en worden de naam in de faxkopregel, het telefoonnummer, de snelkiesnummers
en in het geheugen opgeslagen faxen gewist.
VOORZICHTIG:
de sneltoetsen en snelkiescodes gewist. Pagina's die zijn opgeslagen in het geheugen, worden
eveneens verwijderd. Na het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt het product opnieuw opgestart.
1.
Druk op het bedieningspaneel op Setup.
2.
Selecteer Service met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
3.
Selecteer met de pijlknoppen Standaardwaarden en druk vervolgens op OK.
Het product wordt automatisch opnieuw opgestart.
200 Hoofdstuk 15 Probleemoplossing
Mogelijke problemen
Software is niet goed geïnstalleerd of er is
een fout opgetreden tijdens de installatie van
de software.
De kabel is niet goed aangesloten.
Verkeerde driver geselecteerd.
Er is een poortdriverprobleem in Microsoft
Windows.
De kabel is niet goed aangesloten.
Software is niet goed geïnstalleerd of er is
een fout opgetreden tijdens de installatie van
de software.
Als de fout zich blijft voordoen, schakelt u het product uit en vervolgens weer in.
Het apparaat herkent de kaart niet.
Het apparaat drukt bepaalde afbeeldingen
niet af.
Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden ook alle faxnummers en namen onder
Oplossingen
Verwijder en installeer de productsoftware
opnieuw. Controleer of u de juiste
installatieprocedure en de juiste
poortinstelling gebruikt.
Sluit de kabel weer aan.
Selecteer de juiste driver.
Verwijder en installeer de productsoftware
opnieuw. Controleer of u de juiste
installatieprocedure en de juiste
poortinstelling gebruikt.
Sluit de kabel weer aan.
Verwijder en installeer de productsoftware
opnieuw. Controleer of u de juiste
installatieprocedure en de juiste
poortinstelling gebruikt.
1.
Verwijder de kaart en plaats deze weer
in de sleuf. Controleer of de kaart ver
genoeg in de sleuf is geplaatst.
2.
Controleer of het type geheugenkaart
dat u hebt geplaatst, wordt
ondersteund.
3.
Controleer of er slechts één kaart in de
geheugenkaartsleuven is geplaatst.
Controleer of de bestanden op de
geheugenkaart de juiste indeling hebben.
Hert apparaat herkent alleen JPEG-
bestanden met de indeling SRGB.
NLWW