Als er geen kaart is geplaatst wanneer er wordt geprobeerd om te scannen, wordt een passend
foutbericht weergegeven. Plaats een geheugenkaart om door te gaan met scannen.
Scannen vanuit de HP-scansoftware
Gebruik de HP-scansoftware om het scannen van afbeeldingen, documenten en films te starten. Als u
een voorbeeld van de gescande afbeeldingen of documentpagina's wilt bekijken in het venster van de
HP-scansoftware, kunt u de afbeelding aanpassen om de gewenste afmetingen en effecten te
verkrijgen.
De basisstappen voor scannen zijn:
1.
Plaats het origineel in het apparaat. Kijk naar de pictogrammen op het apparaat voor een juiste
plaatsing van het origineel.
OPMERKING:
materiaal in de invoer plaatsen voordat u begint met scannen. Anders vindt het scannen plaats via
de glasplaat.
2.
Selecteer HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie in het HP Solution Center.
3.
Klik op de knop Scannen voor het soort origineel dat u wilt scannen. Het dialoogvenster Scannen
vanuit... wordt weergegeven.
4.
Selecteer een scansnelkoppeling waarin de instellingen voor het soort origineel dat u wilt scannen
en de gewenste scanbestemming zijn gedefinieerd.
5.
Klik op Scannen. Als het venster van de HP-scansoftware wordt weergegeven, past u de
afbeeldingen naar wens aan en klikt u op Voltooien.
Scan annuleren
Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren.
●
Druk op het bedieningspaneel van het product op Annuleren.
●
Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster op het scherm.
Als u een scantaak annuleert, moet u het origineel van de flatbedscanner of uit de automatische
documentinvoer verwijderen.
102 Hoofdstuk 11 Scannen
Als het origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatst, moet het
NLWW