●
Hoogte: 3500
●
Kwaliteit: ImagePipeNormalQuality
●
Compressie: JPEG-compressie
Details afbeeldingsbestand
Het gescande bestand wordt opgeslagen als .jpg-afbeelding. Voor elke gescande pagina wordt een
apart bestand gemaakt.
Gescande afbeeldingen worden opgeslagen in een map met de naam "HP<modelnummer>" op het
hoofdniveau van de geheugenkaart.
Het eerste gescande bestand wordt HP0001.jpg genoemd. Bij elk volgende bestand wordt het getal in
de naam met één verhoogd.
De datum en tijd die horen bij het gemaakte bestand, komen overeen met de datum en tijd op het
apparaat waarop de scan is gemaakt. De datum en tijd moeten daarom correct worden ingesteld om
de datum en tijd van het bestand correct te laten zijn.
Als de scan mislukt (ADF-storing, annuleren, enz.), wordt het gedeeltelijke bestand van de
geheugenkaart verwijderd. Als echter de geheugenkaart tijdens het schrijven wordt verwijderd, kan er
nog een gedeeltelijk bestand op de kaart aanwezig zijn.
Fouten
Scannerfouten
Als het papier vastloopt of verkeerd wordt ingevoerd in de ADF, of als de klep van de ADF tijdens het
scannen wordt geopend, wordt het scannen naar kaart gestopt. Het gedeeltelijke bestand wordt van de
geheugenkaart verwijderd. Alle gescande pagina's die eerder waren gescand, blijven op de
geheugenkaart staan.
Scan annuleren
Als de gebruiker tijdens het scannen naar de kaart op Annuleren drukt, wordt het scannen gestopt en
wordt het gedeeltelijke bestand verwijderd. Alle gescande pagina's die eerder waren gescand, blijven
op de geheugenkaart staan.
Geheugenkaartfouten
Als de geheugenkaart alleen-lezen is, kan het apparaat er niet naar scannen. Er wordt een foutbericht
weergegeven wanneer geprobeerd wordt naar de kaart te scannen. Ontgrendel de kaart om ernaar te
kunnen scannen.
Als de geheugenkaart tijdens het scannen ernaar wordt verwijderd, wordt het scannen gestopt. Er kan
nog een gedeeltelijk bestand op de geheugenkaart staan.
Als de geheugenkaart beschadigd is, wordt het scannen gestopt en wordt een passend foutbericht
weergegeven. Plaats een bruikbare geheugenkaart om door te gaan met scannen.
Als de geheugenkaart vol is, wordt het scannen gestopt en wordt een passend foutbericht weergegeven.
Verwijder bestanden van de geheugenkaart of gebruik een andere kaart met voldoende vrije ruimte om
door te gaan met scannen.
Als de fotosleuven zijn uitgeschakeld, wordt een passend foutbericht weergegeven. Schakel de
fotosleuven in om door te gaan met scannen.
NLWW
Scan gebruiken 101