LICHTMEETMETHODEN
Welke meetmode is ingeschakeld is alleen op de LCD-monitor te zien, via symbolen. De lichtmeet-
methode wordt ingesteld in de custom-1-sectie van het opname-menu (blz. 38).
Meerveldsmeting: gebruikt 256 segmenten om helderheid en kleur te meten. Deze informatie wordt
gecombineerd met afstandsinformatie om de juiste belichting te realiseren. Dit geavanceerde licht-
meetsysteem geeft accurate, probleemloze belichtingsresultaten in bijna alle situaties.
Spotmeetveld
Spotmeetaanduiding
RUISONDERDRUKKING
Deze functie vermindert de aanweigheid van ruis in opnamen die met lange belichtingstijden zijn
gemaakt. De ruisonderdrukking wordt alleen toegepast op belichtingstijden van 1 seconde en langer.
De bewerking vindt direct na de opname plaats. De bewerkingstijd varieert van beeld tot beeld; tijdens
de bewerking verschijnt een melding.
48
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Spotmeting: gebruikt een klein deel van het beeld om de belichting
te meten. Is deze methode gekozen, dan wordt de LCD-monitor als
hij uit stond automatisch geactiveerd; er verschijnt een klein cirkel-
tje in het midden van het live-beeld om het meetgebied te markeren.
Hiermee kunt u zeer precies een bepaald gedeelte van het onder-
werp meten, zonder dat extreem lichte en/of extreem donkere
beeldpartijen daar invloed op hebben. Wordt de LCD-monitor uitge-
schakeld, dan blijft de spotmeting actief.