TOETSFUNCTIES AANPASSEN (KEY FUNC.)
Standaard regelt u in de opnamestand met de links/rechts-toetsen de belichtingscorrectie, zie blz. 36.
Het is echter ook mogelijk er andere functies mee te regelen. Welke dat zijn is instelbaar in de basic-
sectie van het opnamemenu. Deze functie heeft geen betrekking op filmopnamen.
Selecteer de optie Key func. in de basic-sectie van het
opnamemenu. Gebruik de zoomtoets om de functie te
selecteren (1). Druk op de zoomtoets om de functie in te
stellen (2). De geselecteerde functie treedt in werking
wanneer u in de opnamestand de link/rechts-toetsen van
de stuureenheid gebruikt.
Op de volgende locaties vindt u informatie over de trans-
portstand (Drive mode, blz. 40), witbalans (White balance, blz. 43), Cameragevoeligheid (Gevoeligheid,
blz. 47) en Kleurinstelling (Color mode, blz. 49). Informatie over belichtingscorrectie en het gebruik van
de links/rechts-toetsen voor het verrichten van instellingen vindt u op blz. 36.
BELICHTING CORRIGEREN VIA HET HET MENU
Met de belichtingscorrectie vermeerdert of vermindert u de belichting tot een maximum van 2 LW meer
informatie over de belichtingscorrectie vindt u op blz. 37. De belichtingscorrectie kan ook worden inge-
steld met link/rechts-toetsen van de stuureenheid, zie hierboven en blz. 36.
Selecteer de optie belichtingscorrectie in de custom-1-
sectie van het opnamemenu. Gebruik de zoomtoets om de
sterkte van de correctie in te stellen (1). Druk de zoom-
toets in om deze waarde in te stellen (2). Bij elke andere
waarde dan 0.0 verschijnt er als waarschuwing een cor-
rectie-aanduiding op de monitor.
46
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Basic
Custom1 Custom2
Drive mode
Exp. comp.
Image size
WhiteBalance
Quality
Drive mode
WhiteBalance
Sensitivity
Key func.
Color mode
Basic
Custom1
Custom2
Sensitivity
–2 ~ +2
Metering mode
Exp. comp.
+1.3
NoiseReductn
Auto reset
1
2
1
2