PROBLEEM
De elektromotor stopt
plotseling als hij in werking is.
De bewegingen werken niet,
ofschoon de
verbrandingsmotor/
elektromotor draait.
De verbrandingsmotor/
elektromotor stopt wanneer de
armen uit de transportsteun
omhoog worden gebracht.
De arm komt vanzelf omlaag.
OORZAAK
Stroomstoring.
De noodstopknop is per
ongeluk ingedrukt.
Het thermische
overbelastingsrelais van de
elektromotor (F1) in de
aansluitkast is geactiveerd.
Aansluitfout in lichtnet- of 12V-
bedrading.
Storing in het hydraulische
systeem, bijv. hydraulische
pomp defect.
Overbelasting op het platform.
De steunen zijn niet correct in
de steunpositie geplaatst; het
groene indicatielampjeje brandt
niet.
Vuil in de nooddaalklep of een
defecte klep
De nooddaalklep reageert niet
op de bedieningsknop.
Afdichtingen hefcilinder defect.
Reinig de klep met perslucht.
CORRECTIEVE HANDELING
Breng de armen omlaag met het
nooddaalsysteem. Controleer of
het lichtnet spanning heeft.
Deblokkeer alle
noodstopknoppen.
Wacht ongeveer 2 minuten en
start de motor. Het relais gaat
automatisch AAN.
Controleer spanning en
bedrading.
Controleer de hydraulische
druk.
Als er geen druk is, controleer
dan de werking van de
veiligheidsklep van de
hydraulische pomp.
Verwijder de overtollige
belasting.
Breng de armen met het
nooddaalsysteem omlaag tot op
de transportsteunen, start de
verbrandingsmotor/elektromot
or opnieuw en plaats de
stempels op de juiste manier.
Reinig de klep met perslucht en
vervang de klep als dat niet
helpt.
Reinig de klep met perslucht en
vervang de klep als dat niet
helpt.
Inspecteer de nooddaalzekering.
Als deze intact is, controleren of
de nooddaalklep is losgekomen.
Vervang de cilinderafdichtingen.
55