5. BEDIENING
Lees deze gebruikshandleiding en de gebruikshandleiding van de motor goed door alvorens de
machine te starten. Lees de veiligheidsinstructies in deze handleiding en zorg ervoor dat u ze
begrijpt alvorens de machine te starten. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om alle
bedienings- en veiligheidsinstructies te begrijpen en op te volgen. Een hoogwerker is alleen
ontworpen voor het opheffen van personen en hun apparatuur en het gebruik ervan voor enig
ander doel is om veiligheidsredenen verboden. Als de machine tijdens een dienst door meer
dan één persoon wordt gebruikt, moeten alle gebruikers de juiste kwalificaties hebben en
voldoen aan de bedienings- en veiligheidsinstructies en -voorschriften.
5.1.
De verbrandingsmotor/elektrische motor starten
1.
Schakel de machine in door de contactschakelaar (afbeelding 8) te draaien en selecteer de
bedieningspositie van uw voorkeur (onderste bedieningsorganen of
platformbedieningsorganen)
2.
Open de brandstofkraan (zie de handleiding van de fabrikant van de motor).
3.
Sluit bij gebruik van de elektrische motor de 230V 16A-kabel aan en controleer de werking
van het reststroomapparaat. De TEST-knop van de RCD-groep kan ook worden gebruikt om de
voeding te testen
4.
Bevestig het veiligheidsharnas aan de bevestigingspunten en sluit het hek.
5.
Schakel de benzinemotor of elektrische motor in door de ontstekingsknop voor de gewenste
energiebron in te drukken.
6.
Gebruik de choke alleen als de benzinemotor niet automatisch start (afbeelding 7, schakelaar
21 of onderste bedieningsorganen afbeelding 8, schakelaar 8)
7.
De verbrandings- of elektrische motor wordt uitgeschakeld door eenmaal op één van de
ontstekingsknoppen te drukken.
OPMERKING! De motor moet altijd met de ontstekingsknop worden uitgezet.
OPMERKING! Wanneer u de elektrische motor van de machine gebruikt, moet u een
verlengkabel gebruiken van maximaal 20 m lang en met een minimale
koperdoorsnede van 2,5 mm
gebouwen kan invloed hebben op de werking van de elektrische motor.
Gebruik alleen lagere snelheden als de elektrische motor niet goed werkt.
5.1.1 Start-stopfunctie
De machine heeft een automatische start-stopfunctie. Het toerental van de benzinemotor
wordt omlaag gebracht tot stationair en de elektrische motor wordt gestopt wanneer één van
de motoren is ingeschakeld en de machine stilstaat (er worden geen bewegingen uitgevoerd).
Wanneer de machine stilstaat, knippert het indicatielampje motor in bedrijf (tussen de
motorstartknoppen). De motoren worden automatisch gewekt uit stilstand wanneer er weer
toegestane bewegingen worden uitgevoerd.
2
. De bedrading van de elektrische installatie van
22