13. PROBLEEMOPLOSSING
In de volgende tabel staan mogelijke defecten en storingen van de hoogwerker en de wijze
waarop deze kunnen worden gerepareerd.
PROBLEEM
de motor start niet wanneer de
START-knop wordt ingedrukt
(zie ook de handleiding van de
motorfabrikant).
De motor start niet wanneer de
START-knop wordt ingedrukt
(zie ook de handleiding van de
motor).
De elektromotor start niet
wanneer aan de starthendel
wordt getrokken.
OORZAAK
De hoofdschakelaar staat 'UIT'.
De noodstopschakelaar is
ingedrukt.
De motor is te koud.
De brandstofkraan is dicht.
De brandstoftank is leeg.
Lege startaccu.
De zekering van de
verbrandingsmotor (in het
contact) is defect.
Zwakke plek in de bedrading.
Defecte START-schakelaar.
Het netsnoer is niet op het
lichtnet aangesloten.
De noodstopschakelaar is
ingedrukt.
De hoofdschakelaar staat 'UIT'.
Lege accu.
CORRECTIEVE HANDELING
Zet de schakelaar aan.
Ontgrendel de noodstopknop
door hem te draaien.
Gebruik de choke.
Open de brandstofkraan
(benzinemotor).
Bijvullen.
Laad de accu door de 230V-
stekker aan te sluiten.
Vervang de zekering (zie ook de
handleiding van de motor).
Gebruik een meter om
spanningen, bedrading en
aansluitingen te controleren.
Vervang de schakelaar.
Steek de stekker in de
230V/16A-uitgang.
Ontgrendel de noodstop door
hem te draaien.
Zet de schakelaar aan.
Laad de accu door de 230V-
stekker aan te sluiten.
54