35
7. VERVOER
Het chassis en de stempels zijn uitgerust met hef- en bevestigingspunten die met symbolen
worden aangegeven. De machine mag alleen door middel van deze bevestigingspunten worden
vastgezet voor transport. De machine moet altijd worden opgetild aan de daarvoor bestemde
hefpunten. Het wordt aangeraden om tijdens het heffen een hefbalk te gebruiken, om te
voorkomen dat de stempels beschadigd raken.
Afbeelding 11 Symbool bevestigingspunt
Afbeelding 12 Symbool hefpunt
Voorafgaand aan het transport worden de armen op de transportsteunen geplaatst en de
stempels ingetrokken.
OPMERKING! Deze hoogwerker mag alleen in zijn transportpositie worden vervoerd.
Er mogen geen personen of materialen op het platform worden vervoerd.
De achteras is uitgerust met een automatische hydraulische rem die automatisch wordt
ingeschakeld als de verbrandingsmotor/elektromotor niet loopt.
NIET SLEPEN!
Slepen kan ernstige schade veroorzaken aan de hydraulische motoren en andere
delen van het chassis.
Bij vervoer op een aanhangwagen, een vrachtwagen of een soortgelijk voertuig moet de
machine goed worden bevestigd. Er zijn vier bevestigingspunten gemarkeerd op de hoeken van
het chassis, waaraan de machine eenvoudig kan worden vastgemaakt. Bevestig de machine
altijd diagonaal vanuit elke hoek.
Afbeelding 13 Plaatsen bevestigingspunten
OPMERKING! Het is niet toegestaan de machine zo te bevestigen dat de kabels over
de armen lopen. Gebruik alleen de gemarkeerde bevestigingspunten!
OPMERKING! Sluit de brandstofkraan van een verbrandingsmotor bij langer transport
om te voorkomen dat motorolie en benzine worden gemengd waardoor de motor
problematisch zal gaan lopen.