48
9.10. Elektrische sensoren
9.10.1 Bewaking transportpositie
De transportpositie van de hoogwerker wordt getraceerd door drie sensors: de
zwenkhoeksensor (afbeelding 26, (1)), die wordt ingeschakeld wanneer de draaikrans in de
middelste positie is. Bovenste-armsensor (afbeelding 27, (1)) die de positie van de telescoop en
de hoek van de arm traceert. Er is een capacitieve sensor (2) gecombineerd met de bovenste-
armsensor, die de staat van de meetdraad van de bovenste-armsensor bewaakt. Daarnaast is er
een nivelleringssensor in de aansluitkast (zie hoofdstuk 9.10.3) en de nivelleerhoek daarvan
wordt vergeleken met de hoek van de bovenste-armsensor om te garanderen dat de arm in
transportpositie is.
Afbeelding 26 Zwenkhoeksensor
Afbeelding 27 Bovenste-armsensors
De positie van de draaikrans wordt bewaakt met een sensor op het uiteinde van de
wormschroef (afbeelding 28 (1)).
Afbeelding 28 Positiemeting draaikrans