VOORZICHTIG! Let goed op de omgeving van de hoogwerker! De gebruiker moet
5.4.2 Terug naar werkpositie
De functie Terug naar werkpositie wordt geactiveerd door de Terug naar werkpositie-
/Uitgangspositie-schakelaar (afbeelding 7, schakelaar 7) linksom op de Terug naar werkpositie
te draaien en daar vast te houden terwijl de functie wordt gebruikt. Tijdens het gebruik van de
functie gaat de arm automatisch naar de positie waarvandaan de Uitgangspositiefunctie voor
het laatst werd geactiveerd na het gebruik van de joystick.
Wanneer de functie Terug naar werkpositie klaar is, wordt er een hoorbaar signaal gegeven. Let
goed op uw omgeving wanneer u deze functie gebruikt. Bedenkt dat de bewegingen van Terug
naar uitgangspositie en Terug naar werkpositie niet perse dezelfde route volgen.
5.4.3 Arm omhoog & platform kantelen zonder stempels
De arm kan iets omhoog worden gebracht (ongeveer 10 cm) om te voorkomen dat het platform
tegen een obstakel aan komt als er op moeilijk terrein wordt gereden. De arm kan omhoog
worden gebracht door de knop van het nooddaalsysteem omlaag te duwen (pagina 16,
Afbeelding 1, knop 1) en tegelijkertijd de joystick vooruit te duwen.
Het platform kan ook worden gekanteld zonder stempels op een soortgelijke manier. Om de
platformkanteling zonder stempels in te schakelen: druk tegelijkertijd op de knop van het
nooddaalsysteem (afbeelding 1, 1) en op de platformkantelknop (afbeelding 1, 5) terwijl u de
joystick vooruit duwt om het platform omhoog te brengen, of achteruit trekt om het omlaag te
brengen.
De arm kan ook worden gebruikt zonder stempels vanaf de onderste bedieningsorganen. De
functie werkt hetzelfde als bij gebruik van de bovenste bedieningsorganen.
5.5.
De werkzaamheden afronden
Na het afronden van de werkzaamheden:
1.
Breng de armen omlaag in de transportpositie.
2.
Breng de stempels helemaal omhoog naar de transportpositie.
3.
Zet de contactsleutel in de stand '0' en neem de sleutel mee.
4.
Verwijder de veiligheidsharnassen van het platform en neem ze met u mee (de harnassen
moeten op hun plaats en in hun doos/verpakking worden bewaard).
5.
Sluit de brandstofkraan (zie de handleiding van de fabrikant van de verbrandingsmotor).
6.
Als de machine op een plaats staat waar hij kan worden aangesloten op 230 VAC netstroom,
wordt aanbevolen om deze aangesloten te laten om de accu op te laden (bijv. 's nachts). De
accu wordt ook opgeladen wanneer de hoofdschakelaar wordt aangezet.
botsingen met omringende objecten voorkomen!
OPMERKING! Voorkom onbevoegd gebruik van de hoogwerker!
29