5.2.
Rijden
Besteed bij het verplaatsen van de hoogwerker aandacht aan de volgende factoren:
1.
Overschrijd niet de maximale helling waarom met de machine mag worden gereden. Zorg
dat er op een stevige ondergrond wordt gereden.
2.
Bevestig gereedschappen en andere materialen stevig, zodat ze niet kunnen vallen of
verschuiven.
3.
De bediener moet een veiligheidsharnas dragen en ervoor zorgen dat dit altijd vastgemaakt
is wanneer met de machine wordt gewerkt. Volg uw plaatselijke regels en voorschriften met
betrekking tot veiligheidsharnassen op hoogwerkers op!
4.
Beweeg de joystick op een beheerste manier: Voorkom plotselinge bewegingen.
Rijden met de machine:
1.
Schakel de machine in en selecteer de platformbedieningsorganen
2.
Start de verbrandingsmotor of de elektrische motor.
3.
Controleer of de armen in transportpositie zijn en of de stempels niet op de grond staan.
Anders kan er niet met de hoogwerker worden gereden.
4.
Zorg dat de rijsnelheidsselectie in de juiste stand staat. Het is verboden de rijsnelheid te
wijzigen wanneer de hoogwerker in beweging is!
5.
Om met de machine te rijden: pak de joystick vast en druk deze in zodat de joystick-
inschakelknop op de voorkant van de hendel ingedrukt wordt gehouden. Om vooruit te rijden
duwt u de joystick vooruit en achteruit om achteruit te rijden. Om de machine naar links of
naar rechts te sturen, draait u de joystick gewoonweg in de gewenste richting.
OPMERKING: De machine wordt bestuurd met de schrankbesturingsmethode
en de besturingseigenschappen hangen af van het terrein. U moet dus uiterst
OPMERKING: U mag de hoogwerker alleen laten rijden als alle armen in de
De transmissie van de machine is hydrostatisch. Het model met wielen heeft 4-wielaandrijving.
De beide modellen (4-wielaandrijving of rupsbanden) worden aangedreven met vier
hydraulische motoren.
Bij lage snelheid kan de hoogwerker indien nodig ter plaatse worden gedraaid door de joystick
in een hoek van ongeveer 40 graden naar links of naar rechts te duwen, vooruit of achteruit,
afhankelijk van de gewenste draairichting.
Alleen bij hoge rijsnelheid zijn er lichte bochten mogelijk om zo weinig mogelijk sporen op de
grond te maken. Het hydraulische vermogen is beperkt bij hoge snelheid, om plotselinge
bewegingen te voorkomen. Rijd langzaam op moeilijk terrein.
OPMERKING: Leer rijden met de machine bij een lage snelheid. Bedien de joystick op
een soepele manier om abrupte, schokkende bewegingen te vermijden. Besteed
tijdens het rijden speciale aandacht aan de stabiliteit en de afmetingen, met name de
voorzichtig zijn wanneer u begint te rijden.
transportpositie zijn!
lengte, van de machine.
23