13.
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden naar een PC overbrengen
∫
1
Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitkabel.
•
Schakel dit toestel en uw PC in alvorens de aansluiting te maken.
•
Controleer de richting van de terminals en recht erin steken/eruit halen terwijl u
de stekker vasthoudt.
(Anders kan door een vervorming van het aansluitpunt, bij schuin of verkeerd
inbrengen, een slechte werking ontstaan.)
Sluit geen apparatuur op onjuiste aansluitingen aan. Dit kan een slechte werking
veroorzaken.
•
Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde
USB-verbindingkabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde
USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken.
A USB-aansluitkabel
B De markeringen uitlijnen en naar binnen steken.
C [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
•
De aansluiting is goudkleurig.
2
Op 3/4 drukken om [PC] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
•
Als [USB mode]
camera automatisch verbonden worden aan de PC zonder het [USB mode]
selectiescherm af te beelden.
•
Als de camera op de PC aangesloten is met [USB mode] op [PictBridge(PTP)], kan een
bericht op het scherm van de PC verschijnen. Sluit in dat geval het bericht, verwijder de
USB-aansluitkabel en zet
3
Kopieer de beelden naar de computer met gebruik van de
geïnstalleerde software.
•
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom. Als de resterende batterijstroom laag wordt
terwijl het toestel en de PC communiceren, knippert het statuslampje en hoort u een alarm.
Maak de USB-aansluitingskabel op veilige wijze los. Gebeurt dat niet dan kunnen gegevens
verloren gaan.
•
Voordat u een kaart erin doet of verwijdert, het toestel uitzetten en de USB-aansluitkabel
loskoppelen. Anders zouden gegevens beschadigd kunnen raken.
(P50)
van te voren ingesteld is op de [PC] in het [Set-up] menu, zal de
[USB mode]
vervolgens op [PC].
281