9.
Stabilisator, zoom en flitser
De flitsoutput aanpassen
Toepasbare modi:
Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of
onderbelicht zijn.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Druk op 3/4 om [Flitser instel.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
3
Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
U kunt van [j3 EV] tot [
•
Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
•
i
j
[
] of [
] wordt in de flitsericoon op het beeldscherm weergegeven als het flitsniveau
bijgesteld wordt.
•
De [Flitser instel.]-instelling is ook van toepassing op een externe flitser.
Synchroniseren van de output van de ingebouwde flitser en de
belichtingscompensatie
Toepasbare modi:
Als [Auto. belichtingscomp.] in [Flitser] in het [Opname]-menu op [ON] gezet is, zal de
helderheid van de ingebouwde flitser automatisch op het geschikte niveau voor de
geselecteerde belichtingscompensatie gezet worden.
•
Raadpleeg
P160
voor details over de belichtingscompensatie.
•
De [Auto. belichtingscomp.]-instelling is ook van toepassing op een externe flitser.
[Opname] > [Flitser]
i
3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen.
205
(P290)
(P290)